
Ook in moeilijke jaren is variabele dunning een slimme keuze

- Serge Remy
-
pcfruit vzw

Elk jaar daagt de periode van vruchtdunning jou uit om wel of niet in te grijpen afhankelijk van het behang van de bomen, het weer in de dagen volgend op de dunning en jouw kennis en ervaring met het dunningsmiddel. Als je beslist dat vruchtdunning op het perceel nodig is, wordt dat traditioneel uniform toegepast. Recente resultaten tonen aan dat meer precies of variabel uitvoeren van vruchtdunning bij Conference o.b.v. een digitale taakkaart, zelfs in jaren dat dunning niet strikt nodig is of zelfs een risico inhoudt, toch voordelig kan zijn voor de teler.
Variabele boom per boom vruchtdunning
Elke teler streeft naar een zo hoog mogelijke fractie van ‘dikke’ Conference peren (60 mm en hoger). Om dat te bereiken bij bomen die te veel vruchten hebben, wordt er vaak chemische vruchtdunning uitgevoerd. Traditioneel behandel je je perceel uniform alsof elke boom (dezelfde) vruchtdunning nodig heeft.
De verwerking van dronebeelden tijdens de bloei, met behulp van de Mapeo-pijplijn van VITO, toont aan dat er in een boomgaard altijd variatie is tussen bomen in het aantal bloemclusters. Die bloemclusters zijn goede voorspellers voor het aantal vruchten. Manuele tellingen bevestigen dat en worden gebruikt om van witte bloempixels in de dronebeelden (Foto 1) naar aantal bloemclusters per boom te gaan. In overleg met de teler en o.b.v. jarenlange ervaring met vruchtdunningsproeven legt pcfruit een grenswaarde van aantal bloemclusters per boom vast waaronder de boom niet gedund wordt en waarboven de boom wel met een bepaalde dosis dunningsmiddel behandeld wordt. Dat laatste gebeurt met een GPS-gestuurde spuitmachine met pulse width modulation (PWM) spuitdoppen (Foto 2). Kalibratie van de spuitmachine moet voor elke toepassing gebeuren om juist tussen twee bomen aan/uit of vice versa te kunnen schakelen. Door een digitale taakkaart te maken van de boomgaard met aanduiding van de positie van elke boom en of die wel of niet gedund moet worden (Foto 3), kan je starten met variabele dunning.

Variabel dunnen zinvol bij laag behang
In 2021 voerden we een eerste proef uit met variabele Brevis-dunning in een volwassen Conference-boomgaard in Wimmertingen. Dat gebeurde in de hogere zone van de boomgaard waar de peren kleiner bleven, vooral in drogere jaren door de aanwezigheid van een ondiepe kleilaag in de bodem. Bij minder dan 80 bloemclusters werd niet gespoten. Bij 80-100 bloemclusters werd 1,1 kg Brevis/ha gespoten en bij meer dan 100 bloemclusters per boom 1,65 kg Brevis/ha. Er werd enkel behandeld bij een vruchtmaat van 13 mm. In de zone met uniforme dunning pasten we 1,1 kg Brevis/ha toe.
Zowel variabele als uniforme dunning leverden slechts een zeer zwakke dunning op. Met slechts 75 vruchten per boom in de niet-behandelde controlebomen was het behang relatief laag (in normale jaren ±100 vruchten per boom). Bomen met laag behang zijn moeilijk te dunnen, waardoor het resultaat niet verrassend was. De opbrengst per boom was vergelijkbaar tussen de drie behandelingen (±15,5 kg).
Variabele dunning leidde echter tot een groter deel dikke peren (≥60 mm) in vergelijking met uniforme dunning en geen dunning (Figuur 1). Op basis van de prijzen per maatklasse uit 2021 komt dat neer op een financiële opbrengst per boom van respectievelijk €12,11, €10,38 en €10,80. Dat betekent een financiële meeropbrengst van 16,7% wanneer dunning variabel in plaats van uniform wordt uitgevoerd (Tabel 1). Per ha produceerde de variabele dunning dus € 3.000 meer inkomen. Niet dunnen was in 2021 een slechtere keuze dan variabel dunnen.

Sterke natuurlijke rui en toch een meerwaarde
2024 was een extreem voorjaar met overvloedige neerslag, koele temperaturen en zware nachtvorst in april. Dat leidde tot zelden geziene Pseudomonas-infecties en tenslotte was er de hele periode weinig licht. Algemeen was het advies voor Conference dan ook om niet te dunnen. In kader van lopend onderzoek in het Interreg-project ADaM&PreciLa zetten we toch door met variabele dunning in een boomgaard in Bekkevoort (Foto 1 en 3) met een voorzichtige Brevis-dosis van 1,25 kg/ha (bij vruchtmaat 12-13 mm) en een grenswaarde van 120 bloemclusters per boom. De totale opbrengst per boom verschilde niet tussen de drie behandelingen (±30 kg), maar er was weer een toename van 13,6% in financiële opbrengst per boom door variabele dunning (Tabel 1). Vertaald naar één ha steeg het financieel inkomen met bijna € 4.000 bij variabele dunning t.o.v. uniforme dunning. In tegenstelling tot 2021 was de keuze om niet te dunnen ook een goede keuze in 2024 in dat perceel. Er was namelijk een zeer vergelijkbare financiële opbrengst per boom. Bomen met weinig bloembotten niet dunnen, is een verstandige en een weinig risicohoudende aanpak. Dat geldt ook in jaren met een sterke natuurlijke rui.
(Financiële) besparing in dunningsmiddel
Afhankelijk van de aanwezige variatie in een Conference-boomgaard moet er gewoonlijk tussen de 20% en 50% van de bomen gedund worden. Met een aanname van 36% en de prijzen van dunningsmiddelen in 2024 blijkt dat variabel dunnen een besparing van ongeveer € 100 (6-BA) – 130 (Brevis) per ha oplevert. Dat bovenop de eerder berekende financiële meerwaarde.


Wat is de terugverdientijd?
De financiële opbrengst berekenen van precisiedunning is slechts een deel van het verhaal. Om de totale meerwaarde of meerkost van variabele vruchtdunning te achterhalen, ontwikkelde pcfruit voor zowel uniform als variabel dunnen een rekentool die een kosten-batenanalyse maakt. Daarbij worden alle kosten (arbeid, investeringen, analyse en werking afgezet tegen de financiële meerwaarde, rekening houdend met de totale oppervlakte die gedund moet worden. Zowel in de proef in Wimmertingen (2021) als in de proef in Bekkevoort (2024) bleek dat, bij een financiële meerwaarde van meer dan 10% en een veronderstelde totale oppervlakte van 20 ha, de terugverdientijd van variabel dunnen minder dan één jaar bedraagt. Zou de financiële meeropbrengst dalen naar 2% (van variabel t.o.v. uniform dunnen) dan zou de terugverdientijd oplopen tot respectievelijk meer dan 20 jaar en 7,1 jaar.
Besluit
Zorgvuldig uitgevoerde boom-per-boom dunning o.b.v. een digitale taakkaart is niet alleen technisch haalbaar, maar zelfs financieel voordeliger dan uniforme dunning. Dat principe geldt zelfs in jaren met laag behang en jaren met sterke natuurlijke rui. Daarnaast weerspiegelt dat zich ook in de relatief korte terugverdientijd van minder dan één jaar. Bijkomende proeven staan op de planning, maar variabele dunning bleek tot nu toe een slimme keuze!