Beknopte indrukken van de hazelnotendag
- Vincent Turkelboom
-
NPVPA
Komt de hazelnotenteelt in de Lage Landen in een stroomversnelling? Door de marktvraag naar inheemse/lokale hazelnoten is er een startende opschaling bezig. Is dat haalbaar in de praktijk? Met die praktische vragen kwamen een honderdtal geïnteresseerden naar de 7de hazelnootdag in Rilland op 16 augustus. De gastheer, Gaston Michielsens, runt het akkerbouwbedrijf Danuts van 85 ha, waaronder 9,5 ha Conference. Na een lange oriëntatie en buitenlandse bezoeken kwam hij tot het besluit dat Nederlandse hazelnoten een kans maken.
----------------------------------
Â
Deze inhoud is enkel voor abonnees.
Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.
Â
Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.
Eerst plantte Gaston van 25 rassen drie bomen. In 2022 plantte hij 10 ha op, die hij nu nog uitbreidde tot 28,5 ha. Als alles meevalt, zal Danuts uitbreiden tot 40 of 50 ha. De hazelnootteelt is minder weersgevoelig, denk bv. aan hagel, dan akkerbouw of fruitteelt. Dit jaar valt het echt op dat de gemiddelde hazelaar er veel beter voorstaat dan de gemiddelde walnoot. Nat, wisselvallig weer is meestal geen probleem voor de hazelaar, uitgezonderd van hazelnootmonilia in bepaalde gevallen. Meer info daarover verscheen in Fruit 23/24 van 2023 en vind je hier.
Specifiek bestuiverproces
Gaston plantte drie groepen van hazelaars aan, nl. twee types van rondvormige hazelnoten (groot bedoeld als tafelnoten en klein voor de industrie). Daarnaast koos hij voor een langwerpige hazelnoot. Hij selecteerde twee gelijkvormige rassen die gelijktijdig rijpen als bestuivers, zodat ze samen geoogst kunnen worden. Er mag tot 8% bestuiver in één partij zitten. De kennis van S-allelen is erg belangrijk, maar die zijn helaas niet van alle beloftevolle rassen bekend. Hij plant één hoofdras rij, bv. Gunslebert, en per twee bomen, één bestuiver A, gevolgd door twee bomen met bestuiver B en dan herhaling. Vervolgens komen twee rijen met enkel het hoofdras. Daarna volgt opnieuw een rij met gespreide bestuivers.
Goede zorgen voor een snelle start
Gaston is geen voorstander van kalenderfruitteelt, daarom plant hij de bomen enkel onder gunstige omstandigheden. Hij bewaarde in de winter van ‘23-‘24 gedurende vijf maanden plantmateriaal in potten in een mechanische cel bij -1 tot 0°C. Ze werden wekelijks beneveld. Van de 5.000 bomen stierven er 8, dat is zo’n 0,16%. De start vraagt wel extra aandacht, anders is de plantschok te groot. Op verschillende bedrijven start de groei pas na het tweede of derde jaar, vaak door gebrek aan aandacht/kennis en verzorging.
Een goede korte boompaal is op winderige plekken aanbevolen (Foto 1). Gunslebert is wel wat takbreukgevoelig op open percelen. Bomen op geselecteerde hazelaaronderstammen groeien het beste, dan volgen de potplanten en dan de afleggers. De opslag bestrijdt hij met pyraflufen-ethyl/Quickdown®. De zwarte strook wordt geschoffeld.
Groeiend potentieel door mechanisatie
Recentelijk ontwikkelde de mechanisatie zich sterk. De fertigatie en de ondergrondse druppelleiding kregen de volle aandacht. De kennis rond bemesting staat nog niet volledig op punt. Vooral Mn en Fe eisen meer inzicht. Het water komt uit de sloot en heeft een hoge pH van 8,5-9. Iets te hoog voor hazelaars. Het aanzuren met salpeterzuur na elke gift is standaard. Opmerkelijk is dat de druppelleiding op 10 cm diep nabij de eenstammige boom ligt. Het is een stevigere/dikke leiding met om de 50 cm een druppelpunt voor een betere spreiding. De druppelaar opent zich onder druk. Door de lagere bodemtemperatuur is er minder algvorming/verstopping. Dat geeft tevens een vlottere oogst- en schoffelmechanisatie.
Dierlijke bedreigingen
De gevreesde eekhoorns, die graag in hoge bomen huizen, komen hier (nog) niet voor. Gaston heeft voorlopig nog geen last van de hazelnootboorder. Gaston plantte ook Katalonski (Louissens Zeller), een ras dat daar weinig gevoelig voor is. Gemiddeld is de gewasbescherming bij hazelaars beperkt, maar dat belet je niet om je bomen nauwkeurig op te volgen zeker voor uitheemse boomwantsen waaronder Aziatische stinkwants. Gelukkig zijn er buitenlandse ervaringen bij de gewasbescherming en is er een goede netwerking. Er wordt ook gepleit bij de overheid om meer gewasbeschermingsmiddelen toe te laten voor deze kleine sector.
Nog andere uitdagingen?
- Beurtjaren duiken soms op. Die vragen om goede opvolging en meer inzicht.
- De juiste snoei per ras is niet zo eenvoudig, maar is toch bepalend voor de productie. De plantafstand is bij Danut standaard 4,5 x 4,5 m. Als Gaston dan later met opraapnetten zou willen werken, is dat een handige afstand. De kosten/baten-balans wordt steeds nauwkeurig opgevolgd.
- Het specifieke karakter van de hazelaar en rasverschillen krijgen nu de volle aandacht.
Interesse in noten?
Op het bedrijvenpleintje lichtten de sponsors hun producten toe. Er werden 75 verschillende rassen tentoongesteld door de NWG. We hebben het hier over een pioniersteelt die nog meer ervaring en inzicht eist om een hoger rendement te halen. Gaston hoopt dat er nog enkele bedrijven dezelfde rassen aanplanten, zodat grotere partijen aangeboden kunnen worden in o.a. de boerderijwinkels. Ben je geïnteresseerd, neem dan zeker contact op, want overleg is steeds mogelijk. Op 9 november 2025 kan je terecht op de walnotendag bij Walneut in Alken.