Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Perenonderstammen op het Rootstocks Symposium

Op 8 en 9 mei organiseerde CIVI Italia het Internationaal Rootstocks Symposium tijdens Macfrut. Het tweedaagse symposium ging door in Rimini (Italië). Er waren sessies voor pitfruit-, steenfruit- en citrusonderstammen. Het geheel werd gesponsord door Battisini Vivai, Vitro Plant, Varieties International en SOI (Società Oftalmo-logica Italiana).

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

Diversiteit aan perenrassen

Volgens Stefano Musacchi (Washington State University – VS) is het perenassortiment gelimiteerd en bestaat het hoofdzakelijk uit oude rassen. De vier belangrijkste rassen zijn Beurré d’Anjou, Conference, Packham’s Triumph en Williams B.C. Daardoor ziet de consument peer als een oud product. In verschillende landen is er een monocultuur van één ras. Om de consumptie omhoog te krijgen zijn nieuwe rassen nodig.

 

In zowel het Noordelijk als het Zuidelijk Halfrond situeert de perenteelt zich tussen 30° en 50° (breedtegraad). Die breedtegraad speelt een grote rol voor de perenteelt. Door de klimaatverandering valt de bloei 12 dagen vroeger, waardoor de kans op vorst toegenomen is. De hogere temperaturen veroorzaken een kleinere vruchtmaat, er treedt meer zonnebrand op, de rijping gaat sneller, de bewaarbaarheid neemt af en er treden meer bewaarziekten op (o.a. superficial scald). Er komen ook meer bosbranden voor. De fotosynthese lijdt onder de rookvorming door die bosbranden.

 

In 2021 werden er in de ganse wereld 25,65 miljoen ton peren geproduceerd. China is de grootste producent, gevolgd door de VS, Argentinië, Turkije en Zuid-Afrika. België en Nederland staan respectievelijk op de zesde en zevende plaats. De gemiddelde productie bedroeg 18,7 ton/ha. Nieuw-Zeeland haalt met 52,9 ton/ha de hoogste productie. De VS, Nederland en Zuid-Afrika zitten rond 38 ton/ha, België en China rond 36 ton/ha. In de periode 2012-2021 bedroeg de gemiddelde opbrengst in Italië 20,4 ton/ha, in de periode 2019-2021 was dat 16,1 ton/ha.

Productie van perenbomen

In Italië daalde de productie van perenbomen in 2023 met 33% t.o.v. 2020. Toen werden nog 3.395.533 perenbomen geproduceerd in Italië, in 2023 waren dat er nog 2.278.954. Tweederde daarvan is bestemd voor export. De vraag naar bomen op Pyrus-onderstammen of bomen op eigen wortel is sterk toegenomen, vooral vanuit Zuid-Europese landen (Italië en Spanje).

 

Wat maakt een goede perenonderstam?

Teelttechnische eisen:

 

  • gemakkelijk te vermeerderen
  • niet te sterk groeien
  • vroeg in productie komen
  • productief
  • tolerant voor ijzergebrek
  • vruchten van een goede kwaliteit geven

 

Verder moet een perenonderstam resistent of tolerant zijn voor abiotische stress veroorzaakt door o.a. wintervorst, droogte of hoge temperaturen en voor ziekten en plagen (o.a. bacterievuur).

 

Het veredelingsprogramma van INRAe-IRTA zoekt naar een perenonderstam voor een warm, droog klimaat en die resistent is voor ijzergebrek. De Universiteit van Bologna heeft drie Fox-onderstammen gelanceerd nl.
Fox 9, Fox 11 en Fox 16. Fox 9 wordt aanzien als de meest beloftevolle. In het veredelingsprogramma van Michael Neumüller (Duitsland) zijn een aantal Amelanchier- nummers die geschikt zijn voor peer.

 

De OHxF-serie (Farold®) is een reeks van onderstammen van Oregon State University uit de jaren ‘60. Ze zijn een kruising tussen twee rassen nl., Old Home en Farmingdale, die resistent zijn tegen bacterievuur. Ze zijn moeilijk te vermeerderen met traditionele technieken. Daarom geeft men de voorkeur aan in-vitro vermeerdering. OHxF 40 (Farold® 40 Daygon) en OHxF 69 (Farold® 69 Daynir) zijn de meest verspreide. In Italië worden ze gebruikt op marginale bodems met een hoog kalkgehalte, waar bomen op Kwee-onderstammen ijzerchlorose vertonen.

Onderstammen in het buitenland

Washington State

In Washington State staan weinig intensieve perenaanplantingen, omdat Kwee niet winterhard is. Daarom is Kate Evans (Washington State University) in 2016 een veredelingsprogramma gestart voor zwakgroeiende perenonderstammen. Behalve een zwakke groei, moet een nieuwe perenonderstam er ook voor een vroege productie zorgen, resistent zijn voor bacterievuur en pear decline, winterhard zijn en vruchten met een goede vruchtmaat en vruchtkwaliteit geven.

 

Onderstammen in Spanje

Luis Asin (IRTA – Spanje) besprak het gemeenschappelijke veredelingsprogramma van IN-RAe en IRTA dat in 1998 is gestart. In Spanje is de pH van de bodem 7,5 à 8,3, wat maakt dat er veel ijzergebrek voorkomt. Naast tolerantie voor ijzergebrek moet de perenonderstam een zwakke groei hebben en een goede productie met een goede vruchtkwaliteit geven. Er werden kruisingen gemaakt van Pyriam (OH11) met respectievelijk P. communis spp. cordata, P. amygdaliformis, P. amygdaliformis spp. persica en P. eleagrifolia. Daarnaast was er ook een vrije bestuiving van Williams.

 

Er wordt in drie fases gewerkt. In fase 1 wordt minimum drie jaar met Conference als ras gekeken naar de gevoeligheid voor ijzergebrek en de groei. Die moet < 50% zijn BA29. In fase 2 worden vier herhalingen van één of twee bomen geplant met BA29, Kwee A en Kwee C als controle. In die fase wordt vooral naar de inplanting van de takken gekeken. In fase 3 wordt vijf maal één boom geplant en wordt Williams B.C. als controleras gebruikt. In fase 1 is men gestart met 2.041 zaailingen, waarvan er 254 over gebleven zijn voor fase 2. Die zijn verder gereduceerd tot 63 selecties in fase 3.

 

Onderstammen in Duitsland

Michael Neumüller (BayOZ – Duitsland) is in zijn kruisingsprogramma voor perenonderstammen op zoek naar een onderstam die tolerant is voor droogte, een hoge EC en natte bodems en winterhard is. De onderstam moet vroeg in productie komen en een hoge productie met een goede kwaliteit geven. Hij moet gemakkelijk te vermeerderen zijn, niet te duur zijn en een hoog slagingspercentage geven bij het oculeren. De bomen moeten in het eerste jaar reeds vertakken. De onderstam moet ook een lage input vragen, dus geen extra ijzerbespuitingen, minder irrigatie en minder steunmateriaal (palen en draad).

 

Nadelen van Kwee-onderstammen zijn de slechte verenigbaarheid met verschillende rassen, de gevoeligheid voor droogte, hitte, natte bodems, strenge wintervorst en iron chlorosis. Nadelen van de Pyrus-onderstammen zijn dan weer de (te) sterke groei, het laat in productie komen, de lage producties en de dikwijls mindere vruchtkwaliteit vergeleken met Kwee-onderstammen.

 

Het veredelingsprogramma voor perenonderstammen is in 2003 gestart en in 2015 zijn er vier selecties geselecteerd, nl. BAY6257, BAY6251, BAY6303 en BAY3038. BAY3038 heeft de zwakste groeikracht, nl. 80% van Kwee Adams. In een proef met Doyenné opgekweekt als spil, is de productie in het zevende groeijaar vergelijkbaar met Kwee Adams. De vruchtmaat was dikker (+ 7 gram). BAY6257 heeft de sterkste groeikracht (150% van Kwee Adams).

 

In de zomer 2024 zullen voor de vier selecties 2.000 bomen geoculeerd worden met verschillende rassen voor proeven in Duitsland, Nederland en Italië. Daarnaast heeft Michael Neumüller verschillende Amelanchier-
nummers die geschikt zijn als onderstam voor peer. Ze zijn niet compatibel, zodat een tussenstam nodig is. De groeikracht is zwakker dan die van Kwee C en ze zijn resistent voor pear decline. De bomen zijn productief. De vruchtmaat is gelijk of zelfs beter. Irrigatie is nodig.

 

Onderstammen in Groot-Brittannië

Het veredelingsprogramma in NIAB loopt sinds 2008 i.s.m. INN (International New Varieties Network) en AHDB (organisatie voor het innen van telersbijdrage). De focus ligt op appelonderstammen. Onderstammen voor peer maken 25 à 30% uit. Het programma is echter gestopt in april 2020. In 2001 werd Kwee H geïntroduceerd. De onderstam komt iets later in productie dan Kwee A, de productie en vruchtmaat zijn bij een aantal rassen iets beter.

 

Voor peer werd gekozen voor Pyrus i.p.v. Kwee. De groeikracht moet liggen tussen Kwee C en Kwee A en de productiviteit moet gelijk of beter zijn. Verder moet de perenonderstam resistent zijn voor bacterievuur en pear decline en succesvol zijn in in de boomkwekerij. Het duurt 25 à 35 jaar vooraleer een nieuwe onderstam kan gecommercialiseerd worden. Als kruisingsouders werd gebruikt gemaakt van o.a. BP1, BP3, Old Home, OHxF333, OHxF69 en P. betulifolia.

 

Het resultaat van het programma (2008-2020) is twee zwakgroeiende Kwee-onderstammen die in een pre-commerciële fase zitten, nl. QR196-9 en QR530-11 (Foto 1). Beide zijn goed te vermeerderen in een moederbed. Ze hebben een groeikracht vergelijkbaar met Kwee C. De productie van QR196-9 ligt op het niveau van Kwee C, QR530-11 is minder productief.

 

Felicidad Fernandez (NIAB) besprak ook nog kort enkele Pyrus-onderstammen:

  • PQ34-1: gevoelig voor bacterievuur
  • PQ34-3: groei > Kwee A, matig tolerant voor bacterievuur
  • PQ34-6: slecht te vermeerderen in een stoolbed, groei < Kwee A, productie is vergelijkbaar met Kwee A, matig resistent voor bacterievuur
  • PQ35-3: slecht te vermeerderen in een stoolbed, groei < Kwee C, productie is lager of vergelijkbaar met Kwee C, matig tolerant voor bacterievuur

 

QR530-11 ligt sinds 2018, samen met QR530-4 (Foto 2), in proef bij pcfruit. Voorlopig zijn de resultaten niet beter dan die van Kwee Adams (Foto 3). Kwee Adams blijft het qua productie goed doen en had in 2022 zelfs meer stikstof in de peren dan de twee andere onderstammen. In het droge seizoen van 2022 had Kwee Adams nog steeds de dikste peren.

 

 

Q-Eline uit Nederland

Sjaak Walraven (Boomkwekerij Fleuren – Nederland) wist te vertellen dat Kwee Eline afkomstig is van Roemenië. 35 jaar geleden was men op zoek naar een onderstam die bestand was tegen wintervorst en die minder verruwing gaf. Boomkwekerij Fleuren verkreeg in 2009 het kwekersrecht voor de EU en in 2013 veranderden ze de naam in Q-Eline. Kenmerkend voor Q-Eline zijn de winterhardheid tot -30°C, de gladdere en groenere schil, de goede verenigbaarheid met de meeste rassen en het vroeg in productie komen. De productie en de vruchtmaat zijn gelijk of iets beter in vergelijking met Kwee C. Q-Eline heeft ook irrigatie nodig. De goede winterhardheid kwam tot uiting in de winter 2011-2012 in Randwijk, waar de vorstschade in een niet afgedekte proef duidelijk minder was dan voor Kwee C, Kwee Adams, Kwee H en C132.

 

Q-Eline is goed compatibel met Conference, Abate Fetel, Doyenné du Comice, Sweet Sensation, Xenia, Cepuna en Red Conference en matig compatibel met Williams en Gieser Wildeman. Voor die twee laatste moet een tussenstam gebruikt worden. Q-Eline is niet geschikt voor Beurré Alexander Lucas en Gräfin Gepa. Bij Beurré Alexander Lucas zijn de bomen goed, maar is het K-gehalte te hoog. Op dit moment zijn er ongeveer 16 miljoen bomen op Q-Eline gemaakt. 70% is Conference en 20% Xenia. De verwachting is dat dit tegen 2030 tot 25 miljoen zal stijgen.

 

Het hogere K-gehalte bij Beurré Alexander Lucas op Kwee Eline zagen we ook in onze proeven op pcfruit. Zowel in groei als in productie zijn er bij Conference op Kwee Eline meer schommelingen dan bij Kwee C. Onze voorkeur blijft daarom ook uitgaan naar Kwee C of Kwee Adams.

Abate Fetel op onderstam Conference

In Italië zijn er grote problemen met de uitval van bomen bij Abate Fetel, vooral op Kwee. Volgens Gianluca Pasi (Geoplant Vivai – Italië) komt geen pear decline voor wanneer Conference als onderstam gebruikt wordt voor Abate Fetel. De vermeerdering gebeurt in-vitro, maar is zeer complex. De peren zijn ook minder verruwd. Nadeel is dat de bomen later in productie komen. Men verwacht dat in de toekomst meer van dit type boom geplant wordt. Meer info vind je op www.geoplantvivai.com.

Pear decline resistente onderstammen

In zijn presentatie vertelde Johannes Feldmann (Consortium Deutscher Baumschulen GmbH – Duitsland) dat zij recent de rechten verworven hebben van twee onderstammen voor peer (resistent/tolerant voor pear decline). CDB is een bedrijf dat focust op onderstammen voor de professionele fruitteler. Zij hebben ook de rechten voor de Gisela- en PiKu-onderstammen voor kers, Wavit, Pyrodwarf en Malia®.

 

De twee onderstammen voor peer zijn Refia® Viru Therm-1 en Refia® Viru Therm-2. Beide onderstammen zijn door Petruschke geselecteerd in een proef in KOB in 2014 en getest in LTZ Augustenberg in Karlsruhe. PVR is in handen van Viru Therm en Rheinstetten. CDB heeft de vermeerderingslicentie voor beide onderstammen.

 

Refia® Viru Therm-1 in een kruising van Pyrus met michauxii. De onderstam heeft een smal lang blad en een fijn wortelgestel. De groei is 20% minder dan bij zaailing. Refia® Viru Therm-2 is een Pyrus-onderstam (Pyrus communis) met een rond, hartvormig blad. Deze onderstam vormt enkele sterke wortels en heeft een groeikracht die 10% minder is dan bij zaailing. Beide onderstammen zijn compatibel met alle perenrassen en er treedt geen chlorose op bij hoge pH.

 

De resistentie van deze onderstammen is niet echt getest. Johannes Feldmann spreekt eerder van tolerantie die er op zou berusten dat het fytoplasma dat pear decline veroorzaakt, niet vanuit de wortels naar het ras gaat. Er zijn nu ook twee nieuwe nummers.

Besluit

Net als bij de onderstammenveredeling voor appel, is ook in de veredelingsprogramma’s voor perenonderstammen resistentie/tolerantie voor ziekten, plagen en abiotische stress een belangrijk selectiecriterium
geworden. Afhankelijk van het veredelingsprogramma wordt ruime aandacht besteed aan resistentie/tolerantie tegen bacterievuur, perenbladvlo, ijzergebrek, pear decline, droogte …

 

De toekomst zal moeten uitwijzen of de nieuwe onderstammen Refia® Viru Therm-1 en Refia® Viru Therm-2 een oplossing kunnen bieden voor pear decline. Ook op pcfruit willen we die onderstammen uittesten.

 

 

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â