Een terugblik op het proefveldbezoek Pamel
- Vincent Turkelboom
-
NPVPA
De jaarlijkse rondgang ging dit jaar door op 6 juni. Drie onderzoekers, Sam Neefs, Bram De Keyzer en Lara De Taye, namen een 40-tal telers mee op sleeptouw doorheen de proefvelden en gaven de nodige toelichting.
----------------------------------
Â
Deze inhoud is enkel voor abonnees.
Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.
Â
Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.
Kan de aardbei met iets minder stikstof?
Een overmaat aan stikstof kan leiden tot te hoge nitraatstikstofresidu ´s in het najaar. Gemiddeld is dat residu lager in de biologische teelt dan in de gangbare. In augustus ´23 werd het groenbemestermengsel van ‘Terralife eco solanum’ tussen de aardbeiruggen ingezaaid, een deel werd niet bemest. Vier objecten met twee herhalingen dus. De invloed op de drie grondlagen, opbrengst, vruchtgewicht, brix en hardheid werden besproken. De verschillen zijn leerrijk. Een aardbei kan wel degelijk met minder stikstof.
Zomerframbozen in vollegrond onder tunnel
Een interessante vaststelling is dat het wegnemen van de tunnel in de winter vermoedelijk een positieve invloed heeft op het bodemleven en zo ook op de frambozen in vollegrond. Dat vermoeden leeft al langer bij enkele bio-bedrijven. Echte meeldauw is bij dit extreem natte voorjaar een probleem bij de zomerframbozen in de tunnel, niet enkel op het blad (Foto 1), maar zelfs op de onrijpe vruchten!
Het aantal scheuten/canes per meter is belangrijk. Sommige telers vermoeden dat minder scheuten/m tot een langere oogstperiode leidt. Meer scheuten geven wel meer opbrengst per lopende meter, maar de opbrengst per scheut daalt. Bij 5 scheuten/m krijg je wel voldoende nieuwe lange scheuten, zelf langer dan 1,6 m. Bij 7 en 9 scheuten/m ontwikkelen zich te weinig nieuwe scheuten groter dan 1,60 m. Daar liet men alle scheuten staan.
De drie jaar oude rassenproef gaf duidelijke resultaten:
- Glen Ample´is productief met een goede smaak. Het is een zware ronde vrucht, maar is wel gevoeliger voor frambozengalmijt en roest.
- Glen Carron geeft kleinere vruchten en is minder productief met te weinig nieuwe scheuten.
- Glen Dee geeft een stevige vrucht, maar vaak iets mindere smaak. Het onderste scheutdeel loopt niet of nauwelijks uit. We zien extreem lange vruchtscheuten (1 m of langer) met 50 tot 60 vruchten. Zorg daarom voor extra ondersteuning.
- Glen Mor is vroeg rijp en productief. De vruchten zijn iets zuurder en de plant geeft slappe vruchtscheuten met veel vruchten op het einde. Daardoor is extra steun nodig. De plant kwijnt weg door wortelziekten
(Phytophthora) in Pamel, maar op enkele andere biopercelen staat hij wel goed. - Tulameen Pearl heeft een goede smaak en geeft weinig vruchtrot en uitval. Hij heeft veel vruchtscheuten met matige dracht van 20 tot 30 vruchten. De onderste bladogen op de scheuten lopen slecht uit, vermoedelijk door te weinig winterkou. De oorspronkelijke Tulameen heeft een iets andere vruchtvorm. Het is het meest geteelde bioras met goede afzet vanwege de goede smaak.
Kenmerken van bramen in vollegrond onder tunnel
- Sweet Royalla lijkt erg beloftevol. De doornloze braam heeft een hoog suikergehalte, sappige, grote vruchten, is goed houdbaar, met weinig vruchtrot en meeldauw. Hij is rijp voor Loch Ness.
- Asterina is ook doornloos en zeer gezond. Hij heeft een lange oogstperiode vanaf juli en grote bessen van wel 10 g. Ze zijn glanzend zwart met een uitstekend aroma.
- Loch Ness is de favoriet voor veel biobedrijven. Ook hij is doornloos en matig vatbaar voor plagen en ziekten. Het ras is productief, geeft grote vruchten en is vroeg rijp.
- Loch Tay zien we ook veel op biobedrijven. Hij is doornloos, matig vatbaar voor ziekten en plagen, zeer productief, geeft grote vruchten en is erg vroeg rijp.
- Triple Crown is ook doornloos, productief, zoet, met een fijn aroma, grote (10 g) lange zwartglanzende bes met uitstekend aroma.
- De twee herfstbramen zijn Reuben en Prime Ark 45. Beide zijn gedoornd en de ervaringen ermee zijn beperkt.
Phytophthora sp. berucht en gevreesd
Phytophthora is een groot probleem in vollegrondsteelt. Die zwakteparasiet kost telers handenvol geld. Stressfactoren, zoals wateroverlast en extreme temperaturen, verergeren de fatale aantasting. Om het probleem helpen in te perken, zetten ze in Pamel drie proeven op. In Proefcentrum Pamel komt hoofdzakelijk Phytophthora citricola en Pythium ultimum voor. Phytophthora rubi komt frequent in bedrijven voor. Soms is ook Fusarium aanwezig.
Aperello T34 biocontrol is het enige beschikbare biobodemfungicide, op basis van Trichoderma asperellum. De schimmel parasiteert de ziekteverwekker en activeert het verdedigingsmechanisme van de plant. Is allelopathie met Brassicaceae/kruisbloemigen de oplossing? Bepaalde kruisbloemigen zouden via wortelexudaten Phytophthora afremmen of volledig verstoren. Eén mengsel (wilde rucola, herderstasje, zandraket) wordt gezaaid op de rug en een tweede mengsel (wilde rucola, damast, barbara, grijskruid, witte mosterd) in het rijpad.
Of de verhoging van de bodemdiversiteit een positief effect heeft, wordt nog nagegaan. Zoals in de regeneratieve fruitteelt worden in het plukpad verschillende plantenfamilies gezaaid, uitgezonderd Solanaceae.