Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Nieuwe fruitmot, bekende hulpdiensten

De fruitmot Cydia pomonella is één van de belangrijkste plagen in appelboomgaarden in België, Europa en de hele wereld en veroorzaakt jaarlijks wereldwijd grote verliezen van meer dan 56 miljard euro. Daarnaast merkten we in 2023 nog een nieuwe plaag op in een groot deel van de aangetaste vruchten in sommige Belgische bio-appelboomgaarden. Dat was de Oriëntaalse fruitmot Grapholita molesta.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

G. molesta komt van origine uit China en het Koreaanse schiereiland. Hij staat bekend als een schadeverwekker van steen- en pitvruchten, waaronder perziken, appels, peren, nectarines, kersen, kweeperen en kaki’s. Sluipwespen spelen als natuurlijke vijanden een niet te onderschatten rol in de natuurlijke onderdrukking van rupsenplagen, waaronder fruitmot Cydia pomonella (Foto 1) en mogelijk ook deze nieuwe Oriëntaalse fruitmot.

 

Succesvolle beheersing

Als je de fruitmotpopulatie succesvol wil beheersen, ben je afhankelijk van heel wat factoren:

  • de dichtheid van de fruitmotpopulatie
  • de appelcultivar
  • de aanwezigheid van natuurlijke vijanden
  • het type bestrijdingsmiddel
  • etc.

 

In biologische appel- en perenboomgaarden kan fruitmot erg moeilijk te bestrijden zijn, vooral als de populatie zich gedurende één of meerdere seizoenen kon opbouwen. Het is veel gemakkelijker om het mottenaantal vanaf het begin laag te houden dan om een gevestigde populatie te onderdrukken. Om effectief te zijn, is het verstoren van de paring (met feromoonverwarring) en vooral de timing van de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen cruciaal. Dat geldt zowel voor de geïntegreerde als biologische pitfruitteelt.

Verrassende verschijning

De fruitmot heeft gelukkig verschillende natuurlijke vijanden die we kunnen inzetten in de bestrijding. Denk maar aan predatoren, sluipwespen en entomopathogenen. Vooral biologische boomgaarden zijn sterk afhankelijk van natuurlijke vijanden, voornamelijk sluipwespen, om fruitmot te bestrijden.

 

In 2023 hadden veel biologische appelboomgaarden te kampen met een (abnormaal) hoge aantasting door fruitborende rupsen. Daarom bemonsterden we op verschillende percelen de aangetaste vruchten voor nader onderzoek. Naast de algemeen voorkomende gewone fruitmot (C. pomonella) kwam ook, enigszins verrassend, de Oosterse of Oriëntaalse fruitmot (G. molesta) terug. In Frankrijk is de Oosterse rupsenplaag al langer bekend, maar nu is hij dus ook de grens met België overgestoken.

 

Bovendien heeft ze in biologische boomgaarden daarbij een selectief voordeel, want onze huidige feromoonverwarringsproducten en granulosevirussen als bio-bestrijding tegen fruitmot zijn machteloos tegen die nieuwe fruitmotsoort.

Pak hem met natuurlijke vijanden

Diagnostisch onderzoek uitgevoerd in het labo van pcfruit onthulde bovendien ook een belangrijke aanwezigheid van verschillende sluipwespsoorten. We vonden een groot aantal volwassen parasitoïden in de larven en poppen van beide fruitmotsoorten. Natuurlijk zijn er andere kleine sluipwespen, zoals Trichogramma-sluipwespen, op fruitmotten. Die sluipwespen parasiteren alleen de fruitmoteitjes, voordat ze ontluiken en de rupsen verschijnen.

 

Parasitoïden doen het werk

We vonden volwassen parasitoïden van zes soorten sluipwespen (Figuur 1):

  • Trichomma enecator
  • Pristomerus sp.
  • Ascogaster quadridentata
  • Pimpla turionellae
  • Liotryphon ascaniae
  • Liotryphon caudatus

 

Van de eerste drie soorten is bekend dat ze de larven van fruitmotten parasiteren, al kan bv. de parasitoïde A. quadridentata ook eieren parasiteren. Van de laatste drie parasitoïde-soorten is bekend dat ze de poppen van fruitmotten parasiteren. We vonden een laag parasitisme tussen 5-15% van de aangetaste appels.

 

 

 

Het is een feit dat er verminderde parasitismeactiviteit is. De meest waarschijnlijke oorzaken daarvan zijn dat de meeste toegepaste gewasbeschermingsmiddelen een nevenwerking hebben op de natuurlijke vijanden van fruitmotten. Er zijn bovendien maar beperkt bloeiende planten aanwezig die parasitoïden ondersteunen. Vanwege de ernstige aard van fruitmotschade, waarbij slechts één enkele larve een vrucht kan vernietigen, zullen natuurlijke vijanden alleen vaak geen effectieve bestrijding bieden. Ze kunnen echter wel helpen bij het verminderen van de populatie fruitmotten en de daaruit voortvloeiende schade.

 

 

 

 

Besluit

Sluipwespen zijn bijzonder gevoelig voor gewasbeschermingsmiddelen, waaronder fungiciden en veel insecticiden. De diversiteit aan sluipwespen kan dus dienen als indicator voor de algemene toxiciteit van boomgaarden, maar het is onvoldoende om alleen op sluipwespen te vertrouwen om fruitmotten te bestrijden tot een niveau dat een acceptabele gewasbescherming oplevert. Sluipwespen kunnen echter wel dienen als een belangrijke aanvulling op de huidige beheersingsstrategieën, zoals feromoonverwarring.

 

In laboratoriumomstandigheden bleek dat parasitoïde vrouwtjes meer dan twee keer zo lang overleefden wanneer specifieke bloemen, zoals boekweit en koriander, als voedsel aanwezig waren. Het aanbieden van geschikte planten, die bloeien tijdens de activiteitperiode van parasitoïden (mei tot september), kan dus de bestrijding van fruitmotten in appelboomgaarden verbeteren. We moeten echter nog nagaan of die bloeiende planten krachtig genoeg zijn om parasitoïden aan te trekken en de biologische bestrijding van fruitmot en Oosterse fruitmot in boomgaarden te ondersteunen.

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â