Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Het internationaal hazelnotencongres te Berlijn

Duitstalige telers uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland tonen steeds meer interesse in de hazelnotenteelt. Recent onderzoek gaf al meer inzicht in de cultivars, mogelijke onderstammen, wortelopslag, boomvorm, mechanisatie, plagen, ziekten en andere teeltproblemen. Hazelnoten zijn smaakvol, bevatten interessante vitaminen, mineralen steroïden en fenolen. Ze krijgen terecht meer aandacht als bron voor plantaardige eiwitten. De stijging in vraag en productie is een opportuniteit voor alle hazelnoottelers.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

Tijdens het tweedaagse congres (9-10 mei), georganiseerd door Herbert Knuppen, waren er heel wat lezingen uit verschillende invalshoeken, zowel uit het onderzoek, de voorlichting als telerservaringen. Met 190 (online) deelnemers bestempelen we het als een succes.

Kansen voor de sector

De hazelnootsector is een kleine niche en een pionierteelt in Duitstalige landen. Creativiteit, inventiviteit, teeltinzicht en autodidact zijn kenmerkend voor de succesvolle hazelnootteler. Door de toenemende consumptie, stijgt ook het areaal, maar bijgevolg ook de teeltproblemen. Een groot deel van de consumptie (95%) wordt ingevoerd vanuit Turkije, Italië en Frankrijk. Daardoor is Duitsland wel erg afhankelijk en scoort het slecht op vlak van duurzaamheid o.w.v. de hoge CO2-afdruk. De laatste jaren is de teelt in Duitsland er toch op vooruitgegaan, want klimaatverandering zorgt voor een langer groeiseizoen en minder extreem koude winters. Wie bij ons tegen teeltproblemen aanloopt, kan grotendeels terugvallen op Duits en Frans onderzoek, want die gegevens zijn ook bij ons bruikbaar.

Teeltsysteem

De meeste telers kiezen voor een klassieke (struikvorm), maar het nieuwe spindelsysteem is in opmars. Dat vraagt meer snoeiwerk, maar verhoogt de productiviteit aanzienlijk. Ook de agro-forestry met schapen (lusten de wortelopslag), kippen (mobiele stal) of tussenteelt komen aan bod.

Plantgoed: informeren en vertrouwen

De meeste geplante hazelaars zijn afleggers, maar we zien ook geënte bomen op geselecteerde hazelaarzaailing onderstammen of de boomhazelaar (Corylus colurna), die geen wortelopslag geeft en voldoet in drogere gronden. Ook container- en vitro-planten zijn beschikbaar. Rasechtheid en kwalitatief plantmateriaal zijn enorm belangrijk.

Standplaats, nazorg en beurtjaren

Productieve hazelaars zijn veeleisend. Het microklimaat en de groeiplaats beïnvloeden het rendement sterk. Tijdens het groeiseizoen is er voldoende water nodig, maar overlast is nefast. De hazelaars vrezen ploegzolen en storende lagen. Tijdig planten en de juiste nazorg (zwarte boomstrook, opvolging van het bodemvocht) zijn belangrijk. De bodem moet ook al in orde zijn voor het planten.

 

Voldoende licht is eveneens noodzakelijk voor een hoge productie, de juiste plantafstand is bepalend. De bestuiving moet in orde zijn en kennis van de S-allelen is onmisbaar. In de bevruchtingsperiode in juni moet de temperatuur 21 °C zijn.

 

Voorzie een goede bodemtoestand en mineralenbalans. Heel wat boomgaarden zijn sterk beurtjarig in bepaalde jaren, maar niet altijd. Juist omgaan met beurtjaren of het beperken ervan, vraagt kennis, constante opvolging en ervaring. De grote schommelingen in productie bemoeilijken de afzet sterk.

Schaalvergroting en gewasbescherming

Sommige bedrijven verliezen tot 50% van hun opbrengst in de boomgaard. Het streefdoel is 1,5 ton droge noten/ha/ jaar. De productieve cultivars kunnen 2,2 ton/ha produceren. ´Eckige Barcelona´, ´Webb´s Prize Nut´ en de Nederlandse ´Emoa 1´ zijn het productiefst. De grootvruchtige ´Wunder aus Bollweiler´ (4 g) en ´Fercoril´/CORABEL® (3,8 g) zijn geschikt voor verkoop in de schaal. Voor de verwerking kiest men andere rassen. De kosten-batenanalyse vraagt veel aandacht.

 

Een onderschat complex probleem is lege noten (geen of onderontwikkelde kern). Die worden veroorzaakt door o.a. een raseigenschap, te weinig bestuiving, ongunstige weersinvloeden, de juiste bemesting (voldoende kalium), de droogte en de boomwantsenschade. De gewasbescherming vraagt veel kennis maar de middelen zijn, voorlopig, erg beperkt. Dat is helaas typisch voor een kleine teelt. Sommige telers
witten standaard vlak voor de winter de stam, zoals ook gebeurt bij walnoten.

 

De beruchte inheemse hazelnootboorder (Curculio nucum) is soms wispelturig in de populatie en de nootbeschadiging. De rassen met een snelle nootontwikkeling lijden minder schade. De klopproeven voer je vroeg op een kille ochtend uit. Je kan een fijnmazig oogstnet aan de draad van druppelbevloeiing ophangen. Meestal 1,5 maand voor de oogst wordt dat ontrold onder de boom. De aangetaste noten vallen vroegtijdig en de larve kruipt uit de noot via een boorgat. Het bodemnet belet dat de larve in de grond kruipt. Als hij de kans krijgt, graaft de taaie larve zich in, 30 tot 40 cm diep, waar ze verpopt. In mei komt de vliegende
kever tevoorschijn. Na de oogst wordt het oogstnet terug opgerold en opgehangen.

 

Vier boomwantsensoorten zijn plaatselijk een sterk groeiend probleem. De meest gevreesde is de polyfage bruingemarmerde schildwants (Halyomorpha halys). Het uitzetten van samoerai sluipwespen (Trissolcus japonicus) is wel in Italië en Zwitserland toegelaten, maar niet in Duitsland. Hij werd daar vorig jaar wel plaatselijk teruggevonden. De groene schildwants (Palomena prasina), de zuidelijke groene schildwants
(Nezara viridula) en de smalle randwants (Gonocerus acuteangulatus) geven eveneens teeltschade. Zij veroorzaken lege noten, verschrompelde of verkurkte kernen of de verraderlijke hazelnootgist (Eremothecium coryli) in de kernen. Ook hazelaarmonilia (Monilinia coryli) komt vaker voor en creëert enige verwarring. Die vruchtschimmel breidt uit. Er verschijnen uitbreidende, bruine vlekken op de onrijpe noten in natte zomers. De nootjes verschrompelen en vallen vroegtijdig. Overmatige, eenzijdige stikstofgift en te dicht gewas kunnen de aantasting bevorderen. Niet te dicht planten en uitdunnen (sleunen), zorgen voor
een sneldrogend gewas. Vermoedelijk is het probleem rasgebonden. De bestrijding staat niet op punt, maar meer daarover volgt in een later artikel.

Commercialisatie

Er is een opmerkelijk verhoogde vraag naar hazelnoten, maar het aanbod is niet evenredig gestegen en dat biedtunieke kansen voor de hazelnotentelers! Hoewel het wereldareaal is toegenomen, is dat geen probleem voor de Duitse telers, want een een regionaal product is geliefd bij onze oosterburen.

 

De consument eist voor die loyaliteit wel een kwalitatieve hazelnoot, terwijl supermarkten eerder kiezen voor kostprijs, vaak ten koste van de kwaliteit. Daarom focussen veel telers zich ook op droge noten en geroosterde kernen. Andere verwerkingsproducten als olie, moes (pasta), bakkerij en ontbijtgranen krijgen ook wat aandacht. Voorlopig is de hazelnoot nog relatief onbekend bij het grote publiek, maar daar kunnen we verandering in brengen door heerlijke proeverijen en foodpairing.

 

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â