Het echoot energiebewust advies in de koelcel
- Frank van de Geijn
-
Wageningen University
Menig koelcel staat momenteel leeg te wachten op de nieuwe lading oogst. Het nut van een optimale bewaring is al meer dan bewezen, maar met de hoge energieprijzen doe je dat best ook zo efficiënt mogelijk. Dat begint met de bewuste keuze van instellingen en een correct gebruik van de installaties. Zowel de verse producten als jouw portemonnee hebben er baat bij!
----------------------------------
Â
Deze inhoud is enkel voor abonnees.
Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.
Â
Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.
Een koelinstallatie doet in feite niets meer dan warmte verplaatsen vanuit de koelcel naar buiten. De details van dat proces gaan we je besparen, je moet vooral weten dat per kW elektrische energie de installatie ongeveer 3 kW aan warmte verpompt. Koeltechnische instellingen kunnen die verhouding wel manipuleren, maar dat is de verantwoordelijkheid van de koeltechnieker.
Soorten warmtebronnen
Jij als gebruiker kan enkele belangrijke dingen doen om overbodig energieverbruik te vermijden. Jij moet namelijk in eerste instantie de warmtebronnen, zoals instraling via wanden, plafond en vloer weten te beperken (Foto 1). Je koelcel warmt ook op door ventilatie (draaiende ventilatoren of openen van de deur), verwarmingslinten, verlichting, ontdooiingselementen of andere apparatuur. Sterker nog, elke keer jij de koelcel betreedt, ben jij zelf een warmtebron. Vergeet ook niet dat het product dat je probeert te koelen veld- en ademhalingswarmte afgeeft.
De koelcapaciteit
Je verwijdert de veldwarmte door de product- en fusttemperatuur te verlagen. Dat vraagt een hoop koelcapaciteit. Het productgewicht, de verpakking, de gewenste afkoeling en de afkoeltijd bepalen de capaciteit die de installatie nodig heeft. Te weinig capaciteit betekent dat het product trager afkoelt met alle nefaste gevolgen van dien. Een installatie die correct functioneert, verlaagt niet alleen de veldwarmte (warmte van het product), maar ook de ademhalingswarmte. Het product komt dan in rust.
Externe factoren
Wie denkt dat de warmtebronnen niet te omzeilen zijn, moeten we even bijsturen. Door het product op lagere temperatuur, bv. vroeg in de ochtend, te oogsten, is de af te voeren warmte aanzienlijk lager. Bijgevolg ligt ook de ademhalingswarmte lager. Instralingswarmte beperk je door het juiste isolatiemateriaal voor vloeren en wanden te kiezen. Dikker is vaak beter, maar bedenk dat het verschil in temperatuur tussen de binnen- en buitenzijde van de koelcel ook een impact heeft.
Het is daarom zeker zo belangrijk om de loods waarin je koelcellen zijn opgesteld ook koel te houden. Buitendeuren dichthouden en lichtkoepels verblinden, heeft al een flinke impact op de warmtebelasting van een koelcel. Je ziet vaak kleine koelcellen met een koelunit bovenop de cel. De warmte wordt dan wel uit de koelcel gehaald, maar in de directe omgeving van de cel terug uitgestoten. Dat is dweilen met de kraan open.
Correcte instellingen voor een beter resultaat
Ventilatoren
Een belangrijke keuze bij het gebruik van de koelinstallatie is de instelling van de draaitijd van de ventilatoren van de verdamper/koeler. Ventilatoren hebben een dubbele functie, nl. koelen en uniformeren van het klimaat in de koelcel. In kleinere handel-, winkel-, of werkcellen is de uniformiteit van het klimaat vooral afhankelijk van de manier waarop je het product in de ruimte stapelt. In bewaar- en koelcellen die langere tijd vol staan, is het stapelen geoptimaliseerd, om met slimme circulatie-instellingen een optimaal en gelijk klimaat te realiseren.
Koelcellen die een hoge warmtebelasting of lage koelcapaciteit hebben, zullen veel uren per dag koelen en daarmee ook veel tijd circuleren. Tijdens niet koelen is het dan minder nodig te circuleren. Hooguit een aantal minuten na de koelactie. Bij koelcellen die door beperkte warmtebelasting slechts enkele uren per etmaal koelen (zoals bij bewaarcellen) moet de circulatie (ventilator draaitijd) daarop aangepast zijn. Intussen zijn veel bewaarders de draaitijden van de ventilatoren aan het minimaliseren. Die verbruiken zo minder energie én geven minder warmtebelasting op de koelcel.
Circulatie
De circulatietijd correct afstellen, is de sleutel om de ventilatoren zo min mogelijk te moeten gebruiken. Is het verschil in producttemperatuur op de koudste en warmste plek in de koelcel kleiner dan 0,5°C, dan is de circulatie voldoende en kan je die mogelijk zelfs nog iets zuiniger instellen. Ook de effectiviteit van luchtcirculatie kan je verbeteren. Circulerende lucht kiest de makkelijkste (lees: kortste) weg en dat betekent dat wanneer er veel ruimte is tussen de koeling en het product, de lucht minder goed doorstroomt en minder goed koelt.
Ontdooiing
Ook de ontdooiing heeft impact op het energieverbruik van de koelcel. Ontdooi precies zoveel dat de koeler zeker ijsvrij is. Streef je naar een producttemperatuur onder 1,5°C, dan is energetische ontdooiing (elektrisch, heetgas, warm water) vaak noodzakelijk. Wil je de producttemperatuur hoger? Dan is ventilatorwarmte meestal voldoende om de koelcel ijsvrij te houden. Vastleggen van de frequentie en de tijdsduur van ontdooien, gebeurt op basis van de visuele controle van de koeler. Is de koeler altijd ijsvrij, dan kan je minder ontdooien. Is er altijd ergens een hoekje ijs te zien, dan moet er vaker en langer ontdooid worden. Uiteraard hangt de ijsvorming samen met de tijdsduur van koelen en de vochtbelasting. Als je veel vochtig product inslaat, zal de koeltijd toenemen en de berijping van de koeler groter worden. Dat betekent weer vaker ontdooien dus. Nemen de koeluren af, dan kan je het aantal ontdooiacties ook beperken.