
Teeltadviezen midden juni
Pit- en steenfruit
Nu de rui richting z’n einde loopt, komen we in een andere fase van het seizoen.
Fenologie
De fenologie van pitfruit zit momenteel op vruchtmaat 20-25 mm. Hoewel de rui in het algemeen sterk was, zien we dat op sommige percelen nog kleine vruchten blijven hangen. Controleer de toestand op jouw percelen en ga over tot handdunning waar nodig. Bij appel zien we een goede zetting bij diploïde rassen en een matig tot laag behang bij triploïde rassen. De zetting bij kers is zeer variabel per variëteit. Omwille van de vorstschade, heeft Kordia een opvallend slechte zetting.
Plagen
- Er is een sterke druk van perenbladvlo. Probeer die zolang mogelijk onder controle te houden met fysische bestrijdingsmiddelen zoals Atilla, Stix of Siltac SF. Waar veel honingdauw aanwezig is, is het aangeraden die op te drogen met bladvoedingen als bitterzout voordat je fysische middelen als Stix of Siltac SF toepast. We zien een goede opkomst van oorwormen en roofwantsen en ook lieveheersbeestjes zijn sterk aanwezig. Hou daar rekening mee in je bestrijding en vermijd voor roofwantsen schadelijke middelen als Delegate. Pas die enkel toe als uiterste noodrem.
- Op 12 juni is de migratie van peerluis (Phylloxera) bezig.In praktijk is er weinig druk te zien. Stix en Siltac SF zijn tijdens de migratie het meest aangewezen en toe te passen aan twee behandelingen met één week tussen. Bij zware aantasting kan je Gazelle gebruiken tot 30 juni. Dat middel is niet veilig voor roofwantsen en zo riskeer je meer schade door perenbladvlo. Daarom raden we het zeker niet standaard aan.
- Indien spint aanwezig, kan je die bestrijden met fysische middelen zoals Siltac of Stix. Die hebben geen werking op roestmijt (Foto 1). Waar druk van roestmijt is, kan je nog behandelen met Movento
(WT nulresidu 60d). We merken in appel dat roze luis nog steeds plaatselijk aanwezig is. Die zullen overgaan naar de gevleugelde fase en uit de boomgaard vliegen, waardoor behandeling niet meer nodig is.
- De vluchten van de fruitmot zijn sterk bezig door het warme weer. Op sommige plaatsen vangen we meer kleine fruitmot. De schadedrempel voor de kleine fruitmot ligt hoger (x10) t.o.v. de gewone fruitmot. De laatste jaren is er een toename van de vluchten van de kleine fruitmot, maar ze wordt wel mee bestreden door de meeste fruitmotmiddelen. Feromoonvallen geven een indicatie van de aanwezigheid in je aanplanting.
- Rupsen van vruchtschilvreter zijn nu opnieuw aanwezig en kunnen schade doen aan de vruchten. In percelen met druk zal een behandeling naar fruitmot ook effect hebben of vruchtschilvreter, met uitzondering van de viruspreparaten.
- Momenteel is de druk matig tot laag zowel voor kersenvlieg als voor D. suzukii. Als gevolg van de hogere temperaturen kan de druk van suzukii afnemen. De kersenvlieg is minder gevoelig voor hogere temperaturen en zal toenemen als de bodem vochtig is, omdat de poppen nu in de harde bodem gebetonneerd liggen.
“Sterke druk van schurft te zien,
controleer uw percelen!
Dauw is al voldoende voor
uitbreiding via conidiën
(secundaire infecties).”
Ziekten
- Alle schurftinfecties zijn vanaf nu zichtbaar. De infectie van 9 tot 11 mei met lange bladnatperiode zorgde door drie opeenvolgende dagen van regen op vele plaatsen voor een hoge infectie. Die kon je vanaf begin juni al zien. Is er schurft aanwezig, dan hou je een strak wekelijks schema aan om de schurftaantasting zoveel mogelijk van de vruchten af te houden! Dauw is al voldoende voor uitbreiding door conidiën (secundaire infectie). Voor percelen zonder schurftverleden loop het ascosporenseizoen ten einde. Had je wel schurftinfecties in je percelen, volg dan nog even de waarschuwen op. Bij zware aantasting ga je Mavor inzetten, gevolgd door dodine in een poging om de bestaande schurftvlekken af te doden. Controleer zeker percelen die voor zero residu bestemd zijn op schurft om te bepalen of zero residu haalbaar is.
- Er was de voorbije weken een groter risico op witziekte- infecties en de druk blijft hoog. Volg daarom de waarschuwingen goed op en behandel steeds met minimaal 500 L water/ha standaardboomgaard. Je kan nog steeds Mavor (WT nulresidu 77d), Nimrod (WT nulresidu 60d), Talendo (WT nulresidu 56d) en Nissodium (WT nulresidu 35d) inzetten. Hou Topaz (WT nulresidu 30d) voor de laatste behandelingen. Blijf behandelen voor witziekte tot 14 dagen na einde scheutgroei. Geef in probleempercelen eerder de voorkeur aan Talendo.
- De gevoeligheid van peren voor Stemphylium neemt af vanaf juli (diameter >30 mm). Korter bij de oogst neemt die terug toe. Vanaf nu kunnen de eerste symptomen van stemphylium-infecties zichtbaar worden op blad en vrucht. Controleer uw percelen en volg de waarschuwingen verder op.
- Voor het bewaarschema is het belangrijk dat je de voorwaarden van de afzetmarkten nakijkt en rekening houdt met de middelen die je reeds gebruikt hebt in de afgelopen maanden. Hou in het veldschema ook rekening met het al dan niet gebruiken van een naoogstbehandeling (Deccopyr pot of dompeling). In droge zomers loont het om naoogst te behandelen (je moet ook niet al het fruit behandelen).
- Meerdere kersenvariëteiten beginnen nu te verkleuren van geel naar rood. Vruchtrotbehandeling is nu aan de orde, hoewel er bij het huidige droog weer minder risico op aantasting is. Captan (14d), Luna Experience (7d), Switch/Serenva (7d), Geoxe/ Safir (7d) en Signum/Terminett (7d) en Prolectus (1d) hebben een brede werking (zowel Monilinia als Botrytis-werking). Mavor (3d) is erkend tegen Monilinia. Indien je Teldor (3d) of Captan spuit, doe je dat met minder water, omdat er anders teveel zichtbaar residu is. Voor een residuvrije teelt kan je biologische middelen op basis van Bacillus (Serenade ASO, Amylo-X…) of kaliumbicarbonaat inzetten. Let op: Tebusip mag je momenteel niet gebruiken, want het is enkel in de bloei erkend.
Bladvoeding
Bij appel start je nu met calciumbehandelingen en combineer eventueel met mangaanbehandelingen. Behandel liever meerdere keren met een lagere dosis Ca en let op met de warmte als je gebruik maakt van calciumchloride. Bij rassen die gevoelig zijn voor magnesiumgebrek (Golden, Gala, Braeburn…) is een behandeling met magnesium onder de vorm van bitterzout of magnesiumnitraat aangewezen. Magnesiumbehandelingen wissel je af met de calciumbehandelingen, vooral na regenbuien.
Tot begin juli geef je voor peer de voorkeur aan een kalihoudende bladvoeding gecombineerd met een mangaanbladvoeding. Vanaf juli tot aan de oogst pas je afwisselend een calciumbladvoeding of een samengestelde bladvoeding toe in combinatie met een mangaanbladvoeding. Bij temperaturen boven 27°C pas je beter op met te hoge dosissen bladvoedingen of gebruik je zachte formuleringen i.p.v. de zouten als
calciumchloride of nitraat. Vanaf begin juli, als de groei volledig afgesloten is, kan je de watergift in peer opnieuw opvoeren. Als je watermarksensoren gebruikt, hanteer dan -30 Ã -40kPa als trigger om water te geven.
Onkruid
Na regens kan je bodemherbicide (Diflanil) gebruiken, al dan niet in combinatie met hormonen in geval van opstaand kruid. Maar pas op, behandel niet bij te warm weer.
Houtig kleinfruit
Het seizoen van de junidragers bij aardbeien is quasi voorbij en we komen in het volle kleinfruitseizoen in openlucht of regenkap.
Door het koude voorjaar en een gerichte oogstspreiding sluiten de aardbeiteelten mooi op elkaar aan. Dat voelen we in de gunstige prijsvorming. We geraken allicht in vollegrond met de junidragers tot einde juni. In de stellingteelten van doordragers gaan we dan naar de tweede piek van productie, die ook voor een doorlopend aanbod zorgt.
Ziekten
- Door de droogte en de uitdrogende wind, die heerst bij het schrijven van dit artikel, is het risico op Botrytis laag. Verminder of schrap daarom het aantal behandelingen tegen die ziekte. Dat is goed om het aantal residu’s te beperken, maar ook om je kosten te beheersen. Let natuurlijk op wanneer het weer verandert.
- Voor witziekte is de druk hoog, want die heeft geen regen nodig om te infecteren. Waar de groei afgesloten is, kan witziektebestrijding weggelaten worden. Zolang er jong blad is of bijkomt, blijf je behandelen. Bramen hebben daarvan geen last. Frambozen daarentegen ondervinden last onder bescherming.
- Het warme weer van de laatste weken geeft aanleiding tot onweer. Als dat gebeurt, dreigt Colletotrichum of anthracnose in aardbeien de kop op te steken. Symptomen uiten zich door bruine tot zware ronde, lichtingezonken vlekken op de vruchten. Die evolueren snel van een paar mm naar enkele centimeters. Fungiciden zoals Switch en Signum controleren die ziektes.
- Behandel in de opkweek van bramen bij regenachtig en warm weer tegen valse meeldauw (Foto 1). Frambozen zijn er niet vatbaar voor.
Plagen
- Trips begint toe te nemen. Framboos en aardbei zijn daaraan zeer gevoelig (schadedrempel 3 per bloem). Bij braam kan je hogere aantallen aanvaarden. Wacht niet tot het verschijnen van kromme of beschadigde vruchten om te behandelen.
- We naderen het moment van migratie van dopluis bij bessen. Volg de waarschuwingen op voor het juiste moment van bestrijding. Dat is enkel effectief bij de migratie van de jonge larven van onder het
afgestorven moederdier (bruin dop).
- Bonenspint kan bij temperaturen van 25°C sterk toenemen op diverse kleinfruitsoorten. Doe bij deze temperaturen een tweede behandeling na een week zodanig dat de stadia die niet afgedood werden,
maar die intussen wel in een gevoelig stadium zijn gekomen, toch ook afgedood worden. Controleer ook voor eventueel natuurlijk voorkomende roofmijten, die zeker ook bij aardbeien de zaak spontaan kunnen controleren.
- De druk van het Aziatisch fruitvliegje, Drosophila suzukii, is momenteel beperkt. Gewoonlijk barst hij elk jaar uit bij de pluk van de laatste kersen. Dit jaar is dat tegen half juli. Wees dan uiterst waakzaam.