Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Lentenachtvorst in de toekomst

Bianca Drepper is de nieuwe sectoradviseur fruit bij het Departement Landbouw en Visserij. Voorafgaand deed ze onderzoek aan de KU Leuven naar de impact van klimaatverandering op pitfruit in Vlaanderen, met name op vorstrisico’s tijdens de bloei. Dat was ook het thema van de jaarvergadering van Fruit die doorging op 1 april 2022. Dat thema was pijnlijk actueel zo blijkt, want in diezelfde avond/nacht zakte de temperatuur op verschillende plaatsen in België zwaar onder het vriespunt met de bijhorende schade als gevolg. Wie die nacht bezig was zijn teelten te beschermen, leest in dit artikel toch de bevindingen van haar onderzoek. Zo weet jij wat je in de toekomst te wachten staat.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

Voor de fruitsector en in het bijzonder voor de meerjarige teelten is de klimaatverandering een grote uitdaging door extreme weersomstandigheden zoals hagel, droogte en voorjaarsvorst. Voorjaarsvorst leidde tot matige (en soms tot volledige) oogstverliezen in 2017, 2019, 2021 en 2022.

De tijdspanne tussen de laatste lentenacht met vorst en de bloei wordt met de jaren groter.

Fenologie en klimaat

Het verband tussen de opwarming van de aarde en de kans op lentevorst is complex. In een opwarmend klimaat vindt de bloei van pitvruchtbomen eerder in het jaar plaats, maar dat geldt ook voor de laatste vorstdagen. De timing van de ontwikkelingsstadia (fenologie) wordt vooral bepaald door de omgevingstemperaturen, maar het effect van het opwarmend klimaat wordt met de tijd wel zwakker. In voorafgaand onderzoek (Drepper et al; 2020) werd de relatie tussen fenologie en temperatuur op punt gesteld. Dat kunnen we nu gebruiken om veranderingen in de fenologie voor de komende decennia te voorspellen.

Verandering in de Zandleemstreek

Over de laatste jaren heen zien wij de lente steeds vroeger beginnen. Dat is ook zichtbaar in de dalende rode lijn in figuur 1, die het stadium BBCH61 weergeeft doorheen de tijd (specifiek voor de zandleemstreek als voorbeeld). In figuur 1 zie je de afstand tussen de rode en blauwe lijnen met de jaren groter worden. De zwarte balken onderaan, die de gemiddelde aantal lentevorstnachten per jaar weergeven, nemen ook af, maar er zijn wel nog jaren waar enkele klimaatmodellen vorst voorspellen. Het risico zal dus ook niet helemaal verdwijnen.

 

Goed nieuws voor Vlaanderen en het noorden van Wallonië, want de komende decennia verwachten we minder vorst in de perenteelt!

De drie toekomstmogelijkheden

Het effect van een warmere lente kan uiteindelijk drie mogelijke effecten hebben op de relatie tussen de laatste lentevorst en het begin van de bloei (Figuur 2):

  • Er kan ofwel geen verandering optreden voor het vorstrisico, omdat de beide evenementen zich eerder voordoen (scenario A).
  • Ofwel kan het ene verschijnsel zich veel vroeger voordoen dan het andere (bv. een veel vroegere bloei t.o.v. een licht vroegere vorst of omgekeerd) (scenario B of C).

 

Verandering doorheen België

Figuur 3 toont de verschuivingen van het bloeibegin (links) en de laatste vorst (midden) tussen de decennia 2020-2070 in vergelijking met de decennia 1970-2020. Op basis van de modellen zou de bloei in de toekomst een tiental dagen vroeger starten, dan in de laatste 50 jaren. Die verandering is relatief uniform voor héél Vlaanderen. De laatste vorst zal zich over dezelfde periode nog eerder voordoen, maar we zien daar meer plaatselijke verschillen dan bij de bloei.

 

De combinatie van de twee analyses (rechts) geeft een verschil in de tijdspanne tussen de laatste vorst en de eerste bloei tussen de twee periodes. Positieve waarden betekenen volgens de meerderheid van de klimaatmodellen dat er meer dagen tussen de laatste vorst en de eerste bloei zullen zitten. We zien dus scenario B uit figuur 2 terugkomen. Goed nieuws dus voor Vlaanderen en het noorden van Wallonië, waar de
grote meerderheid van de boomgaarden zich bevinden!

En de rest van Europa?

De universiteit in Wageningen heeft samen met het Nederlandse meteorologisch instituut een gelijkaardig onderzoek gedaan met vergelijkbare resultaten (scenario B). Ze stellen wel vast dat in de afgelopen paar jaren vaker vorst optrad tijdens de bloei, maar over de komende decennia stelden ze ook een dalende trend vast voor Nederland.

 

Onderzoek uit Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk heeft echter andere bevindingen opgeleverd. In de meeste gevallen concludeerden ze dat de risico’s gelijkaardig blijven of lichtjes dalen.

De aanpak

Voor dit onderzoek baseerden we ons op waarnemingen van pcfruit. We gingen na of we in België de komende decennia meer of minder vorst kunnen verwachten tijdens de bloei. Daarvoor werd een plantontwikkelingsmodel op toekomstige temperatuurprojecties van negen verschillende regionale klimaatmodellen voor de peercultivar Conference toegepast. De plantmodellen werken met dagelijkse temperaturen en simuleren de vervulling van koelheid- en warmtebehoeften. Die gebruikte klimaatmodellen werden opgezet voor verschillende scenario’s, waarvan een minder optimistisch scenario in dit artikel wordt weergegeven (business as usual, of RCP 8.5 genoemd).

Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van een doctoraatsonderzoek aan de KU Leuven met ondersteuning van pcfruit en financiering van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). FWO grant number 1S34920N, FWO grant number 1S23522N.

 

Bronnen: een uitgebreid versie van dit verhaal werd gepubliceerd in een internationaal vaktijdschrift: Drepper, B., Gobin, A., Van Orshoven, J. Spatio-temporal assessment of frost risks during the flowering of pear trees in Belgium for 1971-2068. Agriculture & Forest Meteorology 2022 315 (March 15, 2022): 108822. Voor overige info in het artikel baseerde de auteur zich op een Nederlands onderzoek: www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message, www.mdpi.com/2073-4395/10/1/73.

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â