Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Voorjaarsbemesting

Met het nieuwe seizoen voor de deur, komt het tijdstip voor de voorjaarsbemesting dichterbij. De inhoud van MAP7 is nog steeds niet bekend. Wel is er een nieuwe kaart gemaakt voor de indeling van landbouwpercelen. Aangezien de verdere inhoud van MAP 7 nog steeds niet beslist is, blijven de normen van MAP6 van kracht. Binnen de pitfruitteelt hoeft dat zeker geen probleem te zijn, zelfs niet in een jaar met veel bloemknop zoals 2023.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

Nieuwe kaart gebiedstypes 2023-2024

Voor 2023 is er door VLM een nieuwe kaart gemaakt voor de verschillende gebiedstypes. Opnieuw hanteren ze 4 klassen. Gedetailleerde kaarten zijn nog niet beschikbaar, maar op het mestbankloket vind je voor elk perceel de nieuwe indeling terug. Bij het overzicht van jouw percelen is er naast de categorie van 2022 een nieuwe kolom toegevoegd, waar het gebiedstype voor 2023-2024 wordt weergegeven.

Wettelijke norm

Wettelijke norm stikstof

 

In MAP 6 werden de percelen ingekleurd in vier verschillende gebiedstypen in functie van de waterkwaliteit. In de gebiedstypes 2 en 3 gaat dat sinds 2019 gepaard met een daling van de toegestane norm. De normen voor zowel stikstof als fosfor die in MAP6 worden gehanteerd, zijn geen probleem. Zeker wanneer je enkel werkt met kunstmest. Wanneer je van dierlijke mest gebruik maakt, is fosfor meestal de beperkende factor. Wanneer je jaarlijks dierlijke mest inzet, stijgt ook de bodemvoorraad aan fosfor aangezien appels en peren weinig fosfor afvoeren.

 

 

Wettelijke norm fosfor

 

Ook voor fosfor worden de gebieden ingedeeld in vier klassen op basis van de bodemvoorraad. De meeste fruitteeltpercelen zitten in klasse 3 of 4 en mogen op jaarbasis maximaal 45 E (klasse 4) of 55 E (klasse 3) P2O5 toedienen. Aangezien heel wat percelen net in die hoge klassen zitten, moet er niet elk jaar P2O5 toegediend worden. Wanneer je fosfor via kunstmest zou strooien, volstaat een gift van 20 E/ha.

 

Tijdstip voor kunstmest

Als basisregel hanteren we dat ammoniumnitraat 6 weken en kalknitraat 4 weken voor de bloei gestrooid moeten zijn. Met de droge voorjaren van de laatste jaren kan je beter iets vroeger dan iets later strooien.

Dosering N-kunstmest in het voorjaar

Als voorjaarsbemesting gaan we uit van een voorjaarsgift van 50 E N/ha strook. Die dosering is een richtcijfer. In functie van groeikracht en aantal bloemknoppen voor 2023 kan je als teler bijstellen voor bepaalde percelen. Daar heel wat perenpercelen in 2023 veel bloemknoppen hebben, kan de dosering lichtjes verhoogd worden tot 60 E N/ha strook.

Bijbemesten in mei of juni

Voor de bijbemesting kijken we in eerste plaats naar de groeikracht van de percelen. Percelen met een zwakke groei zijn vaak de percelen die getinte peren afleveren, elk jaar te veel bloemknop geven en daardoor kleinere peren produceren. Om uit die vicieuze cirkel te raken, is het belangrijk om meer groei te creëren. Daarvoor vervroegen we de bijbemesting naar half mei/eind mei zodat de scheutgroei langer doorgaat.

 

Op percelen met een normaal tot sterk groeiniveau wachten we tot het afsluiten van de scheutgroei om een eventuele bijbemesting van zo’n 20 E N/ha strook uit te voeren. Voor het correct inschatten van die fractie raden we aan om een Kema-analyse te nemen midden mei. Op basis van de bodemvoorraad en het aantal vruchten kan je beter inschatten of een tweede fractie noodzakelijk is.

Fertigatie

In een droog jaar zoals 2022, is fertigatie zeker een voordeel. Met fertigatie gaan we ook gerichter bemesten. Toch gaan we met fertigatie niet onder een totale gift van 60 E N/ha, omdat we in sommige jaren een te laag N-gehalte in de vruchten bekomen.

Drijfmest en digestaat

Theoretisch kunnen we zowel drijfmest als digestaat nog steeds toedienen in de fruitteelt. Met de toenemende kost van kunstmest, is dat een alternatief. Belangrijke voorwaarde voor VLM is dat die producten onmiddellijk via schoffelen worden ingewerkt. De voorkeur gaat wel uit naar drijfmest, want proeven toonden aan dat we kleinere peren plukten met digestaat. Voor appel zijn die producten minder geschikt, omdat ze vaak te veel kalium bevatten.

 

Enkel gebruik van drijfmest volstaat niet om aan de voedingsbehoefte van de bomen te voldoen rond de bloei. De stikstof uit organische bemesting komt pas vrij wanneer de bodem opwarmt en komt daarom pas vrij na de bloei. Om aan de vroege behoefte van de bomen te voldoen, moet er nog een 20 E N gegeven worden onder de vorm van kunstmest. Geef daarbij de voorkeur aan kalknitraat, omdat die meststof de mineralisatie sterker stimuleert dan ammoniumnitraat. De lange nawerking van drijfmest zorgt er wel voor dat er in de zomermaanden geen extra N uit kunstmest gestrooid moet worden.

 

Foto 1. – Schoffelmachine met vingerwieder en rolbak voor onderwerken van drijfmest.

Stalmest, champost en groencompost

Het aanbrengen van organisch materiaal op de zwartstrook heeft zeker op lange termijn een aantal voordelen naar bodemleven, bodemstructuur, organische stof… De voeding die daarin zit, komt traag vrij waardoor er ook weer gecombineerd moet worden met stikstof uit kunstmest. Voor fosfor en kalium moet er niets meer bijgegeven worden.

 

Foto 2. – Uitrijden van organische mest.

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â