Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Studiebezoek Genson Group

Een bus met 25 Vlaamse bezoekers (telers, stagiairs en voorlichters) stopte in Westerbeek in Nederland bij het familiebedrijf Genson. Naast het fruitbedrijf is het een grootschalige kwekerij, gespecialiseerd in de vermeerdering en opkweek van aardbeien, bramen en frambozen. Informeren over de bio-opkweek was het doel van het bezoek in het kader van het CCBT project ‘Op weg naar bioplanten klein-fruit’. Sinds twee jaar vermenigvuldigt Genson naast gangbaar ook biologisch plantgoed van frambozen volgens SKAL, het Nederlandse bio-lastenboek. Een grote, haalbare uitdaging? De planten stonden er prima bij.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

Het Proefcentrum Pamel heeft eveneens enige ervaring in de moeizame opkweek in erg beperkte aantallen. De Europese Unie stelt voorop dat vermoedelijk in 2036 alle plantgoed biologisch moet zijn. Als de biologische variant niet beschikbaar is, is er wel nog een (tijdelijke) ontheffing mogelijk.

Volle grond of substraat voor de moederplanten?

Wettelijk is er maar één mogelijkheid in de bioteelt. De moederplanten moeten in volle grond staan. Gedurende twee jaren moeten ze biologisch geteeld zijn, alvorens geschikt biologisch uitgangsmateriaal te leveren. De opkweekfase mag wel in substraat gebeuren. De productie zelf moet in volle grond gebeuren. Genson kiest vandaag echter enkel voor substraat. Daardoor heeft men de plantgezondheid beter in de hand. De bedrijfshygiëne is erg belangrijk. Sommige biotelers verkiezen echter voor moederplanten in volle grond om verschillende redenen. Dat is moeizamer volgens Genson en bemoeilijkt de garantie op ziektevrij plantgoed. Het uitgangsmateriaal van de gangbare moederplanten is pas biologisch na een biologische opkweekperiode van twee jaar. Tijdens die periode dienen ze in volle grond te staan.

Twee verschillende visies over de gewenste raskenmerken en de teeltwijze

De supermarkten domineren de kleinfruithandel. Soms verkiezen zij clubrassen of zelfs voor een exclusief teeltrecht. De raskeuze wordt bepaald door de vele buitenlandse plantafnemers (o.a. Spanje en Marokko) en de afzetkanalen (retail). De supermarkten verkiezen rassen met een mooi uiterlijk, een (zeer) lang uitstalleven, goed bestendig tegen een lange transporttijd en een hoog plukrendement/uur. De teelt gebeurt meestal op substraat of in potten. De grote veredelingsstations werken daar hard aan. Voor Genson is de afzet van plantgoed bij grote buitenlandse afnemers belangrijk.

 

De meeste biotelers hebben andere verwachtingen van de veredelaars. Weerstand biedende, sterke rassen met een fijne smaak en aroma zijn erg geliefd en gevraagd. De productie van biologische vruchten kan alleen maar als de planten in volle grond staan. De substraatteelt en de potteelt zijn niet toegelaten in de bioteelt. De frambozen zijn op vier jaar (of vroeger) noodgedwongen rooirijp vanwege o.a. de wortel- en stengelziekten. Indien een ras twee jaar of langer productief blijft, geeft dat een opvallende betere kosten-batenanalyse. De veredeling en de boomkwekerij kan ook nieuwe/andere telersegmenten bedienen, zeker nu de bioteelt uitbreidt. Mogelijk zijn de Franse kruisingen met ‘Hérittage’ eveneens beloftevol, omdat zij het beter voldoen in volle grond. Onze biokleinfruittelers kweken hier voor de thuisverkoop, de lokale of de regionale markt. De kleine verschillen in de nationale lastenboeken spelen ook een rol. Het Nederlandse SKAL is iets toleranter (vb. pluggen) dan in België. Eens het plantgoed bio gecertificeerd is, is het in de gehele Europese Unie toegelaten. In Mexico en USA is men echter veel soepeler dan Europa. De biologische teelt op substraat is daar wel toegelaten. Dat is welbekend bij de biologische groentetelers (bv. paprika exporteurs).

 

Beide visies kunnen mogelijk iets van elkaar leren. Biotelers zijn geregeld pioniers van de nieuwe rassen en teeltingrepen (vb. ‘SQ 159’/NATYRA® en de feromonen). Ze betalen wel vaak veel leergeld. De corona-crisis, de zeer hoge olieprijzen (transport), de hogere koelkosten en de terugloop in de omzet in de duurste afzetsegmenten stemmen tot nadenken bij vele producenten.

Enkele problemen en ervaringen in de opkweek van bioplantgoed

Genson is gespecialiseerd in de opkweek en vermeerdering van aardbeien, bramen en frambozen in pluggen. Zo vragen o.a. Phytophthora, Botrytis en spint extra aandacht. Flipper® en Serenade® en roofmijten zijn een hulpmiddel. De meest gangbare bladvoedingen zijn toegelaten. De aanpassing van de bemesting gaf stevigere planten. Nieuwe ervaringen en inzichten lonen. Het preventief handelen, weegt zwaarder door dan bij de gangbare teelt. Foute inschattingen en te traag reageren, kosten (zeer) veel geld. De startfase gebeurt in een luisvrije kas (gaas onder de verluchting).

 

De zomerstekken van frambozen en bramen worden tijdelijk verwarmd om de wortelvorming op gang te trekken. Later verhuizen ze naar de openlucht. In oktober wordt onderaan de scheuten het blad weggeblazen, zodat het gewas sneller opdroogt (schimmelpreventie). Omdat de planten in potten staan, valt de groei vroeger stil dan bij volle grond planten. Dat is gewenst. Enkele willekeurige naakte wortels werden bekeken en goedgekeurd.

Besluit

Het studiebezoek aan het zeer professionele en gastvrije bedrijf Genson was leerzaam. De bezoekers verkregen een beter inzicht van de complexe vermeerdering van aardbeien, frambozen en bramen volgens SKAL, in volle ontwikkeling. De wederzijdse openheid en het overleg werd sterk gewaardeerd. Een dankwoord voor de organisatoren.

Deel dit bericht

Meest recente artikels