Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Meer biodiversiteit in openbaar groen rondom fruit

In steden en gemeenten blijkt het verhogen van de biodiversiteit één van de voornaamste redenen om fruitbomen aan te planten. In de praktijk blijft het vaak bij het aanplanten van fruit en is er nog veel marge om de biodiversiteit te vergroten. Een meer integraal beheer, een grotere variatie aan (fruit)soorten en de aanwezigheid van groenelementen zijn daarvoor cruciaal.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

57% van de Vlaamse en Brusselse gemeentes en steden zegt dat bijdragen aan biodiversiteit en ecologie voor hun een drijfveer is om boomgaarden aan te planten. Zo blijkt uit een onderzoek door Joris Dewinter voor zijn masterthesis aan UGent in 2019. 75 Vlaamse en Brusselse gemeentes en steden deden mee aan dat onderzoek.

 

Een deel van die participanten gaf nu in een vervolgonderzoek opnieuw hun inbreng. Ewaut Van Wambeke bekeek voor zijn masterthesis (2021) in welke mate die steden en gemeentes bijkomende maatregelen treffen om de biodiversiteit te optimaliseren. Hij nam het beheer, de plantkeuze en de aanwezigheid van groenelementen onder de loep op locaties waar de meeste fruitsoorten terug te vinden waren. In totaal verzamelde hij gegevens van 36 fruitaanplanten uit 33 verschillende steden en gemeenten aan de hand van een vragenlijst.

Beheer fruitaanplant

Alle bevraagden gaven aan dat ze bij het beheer van fruitaanplant( en) in meer of mindere mate rekening houden met de biodiversiteit. Ongeveer één derde (36%) van de steden en gemeenten houdt er zelfs zeer veel rekening mee (Figuur 1).

 

Figuur 1 – 33 deelnemende steden/gemeentes geven zelf aan in welke mate zij rekening houden met biodiversiteit bij het beheer van de fruitaanplanten.

 

Op 47% van de bevraagde locaties gaat men gefaseerd maaien. Daarbij maaien de beheerders een deel van het grasland/kruidlaag niet. Na het snoeien wordt het snoeiafval op 58% van de locaties samen met ander groenafval afgevoerd.

Variatie aan (fruit)soorten

Op meer dan een derde van de bevraagde locaties komen zowel pitfruit, steenfruit, kleinfruit als notensoorten voor (Figuur 2). Pitfruitsoorten worden zeer vaak gebruikt in het openbaar groen (aanwezig op 92% van de bevraagde locaties). Kleinfruit, noten en steenfruit zijn in mindere mate aanwezig (respectievelijk op 56%, 61% en 75% van de locaties)..

 

Slechts 25% van de groenbeheerders geven aan dat ze rekening houden met de bloeiboog bij de plantkeuze. Dat is de periode waarin er bloeiende planten aanwezig zijn en is bijgevolg een proxy voor de beschikbaarheid van voedselbronnen voor bestuivers.

 

Figuur 2 – Percentage van de 36 bevraagde locaties, ingedeeld op basis van het aantal voorkomende fruitcategorieën (pitfruit, steenfruit, kleinfruit en/of noten).

Groenelementen voor bestuivers aanwezig

Bloemenakkers of bloemenweides komen het meeste voor (61%) (Figuur 3). Bijen- en insectenhotels, een hooiland/weide, een verwilderd stukje en dood hout komen net op meer dan de helft van de locaties voor. Vooral groenelementen, die nestgelegenheden voorzien voor bestuivers, zijn vaak niet genoeg aanwezig. Een verhoging van de bodem, een composthoop of een deel van hooiland/weide dat ongemaaid de winter doorgaat, zouden daarbij al veel helpen.

Figuur 3 – Percentage van specifieke groenelementen aanwezig (36 locaties).

Groeimarge en opportuniteiten?

Er is zeker nog ruimte voor groei van de biodiversiteit binnen fruitaanplant in openbaar groen. Een uitgebreid voedselaanbod en nestgelegenheid zorgt voor een hogere diversiteit aan bestuivers in fruitaanplant in openbaar groen.

 

Bloemenakkers of bloemenweides zijn reeds aanwezig op een aanzienlijk deel van de fruitaanplanten, maar gerichte maatregelen, zoals het sluiten van de bloeiboog door een weloverwogen plantkeuze en een gefaseerd maaibeheer, zorgen voor meer nectar en pollen gedurende een langere periode. Gefaseerd maaien zorgt bovendien voor meer overwinteringsplaatsen onder de vorm van holle stengels. Snoeimateriaal, verwerkt in bv. een takkenril, of een composthoop kan ook  voor extra nestgelegenheid zorgen.

 

Het aanplanten van een grote variatie aan fruitsoorten en het toepassen van gefaseerd maaibeheer gebeurt tot op heden echter beperkt. Snoeimateriaal wordt ook nog te vaak verwijderd na het snoeien en een composthoop is slechts beperkt aanwezig.

 

Door die verschillende opportuniteiten mee te nemen in de aanleg en het beheer van fruitaanplanten, kan de biodiversiteit binnen het stedelijk gebied ondersteund en verhoogd worden. Daardoor ontstaat meer ecologisch waardevol openbaar groen waar mens en dier samen van het fruit kunnen genieten.

Deel dit bericht

Meest recente artikels