Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Nuttige tips voor boompalen en de boomschijf

Bij de aanplanting van walnoten is extra aandacht voor de boomschijf en -paal wel noodzakelijk.

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

Grote bomen planten?

De meeste telers verkiezen om grotere bomen te planten. Mits een goede voorbereiding, juiste transport (vermijd elke worteluitdroging), de juiste plantwijze (de entplaats moet steeds boven de grond komen en blijven) en nazorg lukt dat vlot. Bij voorkeur plant je afgerijpte bomen groter dan 1,8 m. De kleinere bomen zijn goedkoper, meer handelbaar en slaan vlotter aan. Ze zijn wel gevoeliger voor de zware wintervorst en de gevreesde lentenachtvorsten.

 

Hoe ouder de walnootboom, hoe moeizamer de verplanting verloopt, hoe zorgzamer je moet werken. Hoe geschikter de standplaats, hoe vlotter alles verloopt. Vermijd of beperk, de plantschok. De meeste telers verkiezen om in het najaar te planten als het terrein klaar ligt.

Gebruik nooit metaal om je houten boompalen in te kloppen, wel hout op hout!

Zwarte boomschijf is onmisbaar

Een ruime zwarte boomschijf is steeds sterk aanbevolen, een constante diameter van minimum één meter wordt aanbevolen in de jeugdfase. Hoe groter de boom, hoe groter de noodzaak van een ruime boomschijf. Als de boom flink (nieuw schot meer als 50 cm) groeit, is dat niet meer nodig. Meestal duurt dat gemiddeld 4 tot 6 jaar afhankelijk van de omstandigheden.

 

Vermijd echter steeds elke schade aan de stambasis. Bij het maaien gebeurt dat wel eens. Het kan tot ernstige groeivertraging of zelfs boomsterfte leiden. De vergrassing of de veronkruiding is nefast voor de boomontwikkeling. Dat vertraagt de aanvang productie of de boom kwijnt zelfs weg bij aanhoudende bodemdroogte (watergift!). Bij twijfel maak je een putje en beoordeel je dit.

Boompalen steeds gewenst!

De palen worden meestal ‘geboord’, best niet ingeklopt (nooit metaal op hout). Laat ze enkele dagen staan alvorens de planting uit te voeren. Na een regenbui staan ze vaster. Let er op dat ze steeds recht (blijven) staan. Sommige telers verkiezen om de palen te plaatsen voor de planting. De wonden bij de vezelige wortels (raapachtig) helen meestal zeer moeizaam of niet. Sommige boompalen staan te dicht bij de boom. Hoe kleiner de wortelpruik t.o.v. bovengronds gedeelte, hoe belangrijker de ondersteuning door de boompalen. Ervaren telers verkiezen een grote wortelpruik. Telers die bomen in containers aankopen, geven extra aandacht bij het planten, de ondersteuning en de nazorg.

 

Eén zware paal lukt als je handig bent en ervaring hebt. De meeste telers verkiezen twee stevige klassieke boompalen (lengte 2,7 m, diameter minstens 60 mm, evt. gepunt). Frankrijk (idf: institut pour le développement forestier) ontraadt de tamme kastanje palen bij de notelaars. Dat zie je recent wel geregeld. De palen moet goed ontschorst zijn (fruitmotpreventie). De walnoot verkiest windluwe, maar wel goed verluchte percelen. Op winderige percelen is het zinvol om een tijdelijk windscherm te planten. De sterkgroeiende ditjarige scheuten zijn erg windbreukgevoelig. Dat geeft soms flinke vertraging en extra werk met kroonopbouw in de jeugd.

 

Het snel opdrogen van het blad geeft gezondere bomen (minder bladziekte problemen). Tapse (conische) stammen (harttak) hebben minder forse steun nodig dan cilindrische stammen. Dan is soms extra stevige bamboe ondersteuning noodzakelijk. Dat vraagt extra werk, handigheid en kosten.

 

De fatale veegschade die reebokken creëren met hun gewei komt meestal voor bij snoeren met één paal. Bij grootvee (boomlandbouw/AF) verkiest men soms een drie- of zelfs viertal palen met prikkeldraad (eventueel met stroom) of betonroosters. Zorg dat de boomschijf steeds goed bereikbaar is voor de mechanische onkruidbestrijding. Traditioneel werd er vroeger oude strorijke stalmest, van rund en paard, op de boomschijf gebruikt. Dat mocht de stam nooit raken, zoals bij mulchen. Nu is er een discussie: bacterie- en schimmeldominante bemesting gebruiken.

 

Vakkundig mulchen in de droge zomers was gangbaar in het zuiden. Start pas na 15 mei enkel op een zwarte boomspiegel met oud stro/hooi of droge Miscanthus. Echter nooit met houtsnippers, verse haksel en kies voor een lage EC. De hazelaar reageert hier eveneens zeer goed op, maar is wel gevoelig voor muizen en woelratten vanaf het najaar. Enkele voordelen: de bodem slaat niet dicht bij zware stortbuien en is geliefd bij regenwormen en overig bodemleven.

Walnootbomen hebben een sterke voorkeur voor windluwe, maar goed verluchte percelen.

Is opsleunen nodig?

Zorg dat de onderste gesteltakken niet tegen de paalkoppen schuren. Tijdig opschonen is nodig voor de mechanisatie. Sleun enkel bij vitale, groeiende bomen. Het is zinvol om snoeigerief regelmatig te ontsmetten, zeker bij erg jonge bomen. De wonde is best niet groter dan 4 cm. Dat gebeurt best in mei of juni, maar niet bij extreme hoge temperaturen en nat weer. In het najaar is er een tragere wondheling. In de winter is er kans op sapverlies, een slechte/beperkte wondheling bij zwakkere bomen en zware wintervorst. Respecteer steeds de takkraag (A. Shigo). Hou rekening met de rasverschillen. O.a. bij ‘Nr. 16’ zakken de onderste takken sneller door. In een natte zomer met veel groei, zakken de walnoottakken meestal sneller door het gewicht, ook bij oude bomen.

Preventie

Gebroken, ziek en dood hout door lichtgebrek of bacteriebrand wegsnoeien en afvoeren. Verdroogde vruchtmummies verwijder je eveneens. Jongere hardgroeiende bomen zijn immers bacteriebrand gevoeliger. Gebruik steeds een zeer stevige bindbuis met enige rek. Desnoods gebruik je hem dubbel.

 

Een niet-verhoute kop (kruidig, ditjarig) niet te strak aanbinden op natte dagen om bacteriebrand te beperken. Brede boombanden, bv. binnenbanden, worden ontraden. De schors blijft daar te lang nat. Gebruik steeds de achtvorm aanbindingswijze. De stam moet probleemloos kunnen dikken in de nazomer en niet insnoeren (bv. plastieken strokoorden). Geregelde controle is sterk aanbevolen, zeker na een storm. Meestal is de ondersteuning nodig tot het zesde of achtste levensjaar. Scheef gezakte bomen kan je in november voorzichtig corrigeren. Zij belemmeren de mechanisatie.

Besluit

Goede walnotenbomen en inboeten zijn kostelijk. Elke uitval of ernstige vertraging in de ontwikkeling in de jeugdfase is financieel onverantwoord. Notelaars zijn duur en het herinplanten is kostelijk. Het streefdoel is een uniforme boomgaard. De (prille) jeugdfase vraagt de volle aandacht van de teler.

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â