
Waarom moet je mieren in de boomgaard beheren?

- Ammar Alhmedi
-
pcfruit vzw
Veel bladluissoorten kunnen de productie en de kwaliteit van fruitgewassen ernstig aantasten. Dat gebeurt enerzijds doordat ze zich voeden en daarna honingdauw produceren (directe schade) en anderzijds doordat ze destructieve ziekten en virussen overbrengen en versterken (indirecte schade). Bladluizenpopulaties kan je vaak associƫren met mieren, omdat veel mierensoorten zich voeden met de bladluishoningdauw.
Hoewel niet alle bladluissoorten een relatie met mieren hebben, hebben de schadelijkste soorten in fruitboomgaarden, zoals de roze appelluis Dysaphis plantaginea (Foto 1) en de zwarte kersenluis Myzus cerasi, sterke relaties met mieren en dan vooral met de gewone mier, Lasius niger.
Zorgzame mieren
Bladluizen voeden zich met een grote hoeveelheid floƫemsap van de waardplanten. Daardoor produceren ze een suikerrijke en kleverige vloeistof die we honingdauw noemen. Die valt gewoonlijk op de bladeren van de plant of op de grond. Mierenkolonies voeden zich gulzig met die gezonde substantie. Om die reden treden mieren actief op als beschermers van bladluiskolonies en daarvoor zijn ze erg creatief!
1. Bladluizen bij elkaar houden
- Mieren kunnen voorkomen dat bladluizen zich verspreiden door de vleugels van jonge bladluizen af te bijten. Op die manier kunnen ze niet wegvliegen.
- Mieren produceren zelf vluchtige chemische stoffen die ervoor zorgen dat bladluizen geen vleugels kunnen ontwikkelen. Diezelfde stoffen belemmeren de bladluizen ook om weg te lopen.
2. Bladluizen actief beschermen
Mieren vertonen vaak agressief gedrag tegen andere organismen die in de buurt van bladluizen komen.
- Mieren vangen of vallen predatoren, zoals lieveheersbeestjes of zweefvlieglarven aan.
- Predatoren of natuurlijke vijanden van bladluizen vermijden bladluiskolonies die door mieren worden verzorgd.
- Mieren reageren op de alarmferomonen die bladluizen produceren wanneer ze zich bedreigd voelen. Zo beschermen ze hun eigen voedselbron. Die reactie kan gaan van een verhoogde agressiviteit in de vorm van bijten, gif inspuiten of mierenzuur spuiten. Dat laatste dient als afschrikmiddel. De beschermingsstrategieƫn kunnen leiden tot het volledig verjagen van natuurlijke vijanden uit bladluiskolonies en soms zelfs van geassocieerde planten.
Mierengedrag ontcijferd
Hoe treden mieren op als de natuurlijke vijand sterker en in grotere aantallen aanwezig is?
In dat geval beschermen mieren met eigen onderkaken hun partnerbladluizen door ze weg te voeren van predatoren naar veilige delen van de plant of een andere plant. Dat fenomeen werd in het veld vaak waargenomen bij bladluizen en perenbladluizen.
Wat doen mieren als de geassocieerde plant ongezond is als gevolg van bladluisvoeding, voedingsproblemen of iets anders?
De mieren verplaatsen hun geassocieerde bladluizen naar gezonde of geschikte planten.
Nog meer beschermende instincten?
Mieren verdedigen hun eigen bladluizen tegen dodelijke ziekten. Men heeft ontdekt dat mieren ook in staat zijn om besmettelijke conidia van dodelijke schimmelinfecties bij bladluizen op te sporen en te verwijderen.
Hoe pak je de mieren aan?
Het effect van mieren op natuurlijke vijanden, die we inzetten in de biobestrijding van plagen, is tot nu toe weinig bestudeerd. We bekeken verschillende pistes om aan mierenbeheer te doen. Het doel was om de negatieve invloed van de mieren op de plaagbestrijding te verminderen.
Een efficiënte beheersing van de mieren vinden, is niet evident. In één proef werden bv. kleefbarrières gebruikt, maar hun succes was eerder beperkt. Dat komt grotendeels door het grote vermogen van mieren om zich aan veranderende situaties aan te passen.
Andere initiatieven zijn momenteel nog in ontwikkeling. Die zijn gericht op het gebruik van suikervoeders voor de beheersing van de mierenpopulatie, zoals de veldstudie die in het seizoen 2021 is uitgevoerd bij pcfruit in een appelboomgaard die zwaar was aangetast door D. plantaginea. Die proef leverde veelbelovende resultaten op, zoals in figuur 1 wordt geĆÆllustreerd. Voor 2022 is een veldproef op grotere schaal gepland om het potentieel van de beheersingsstrategie van de mieren te evalueren.
Besluit
Biologische telers moeten een brede waaier van strategieën toepassen om schadelijke organismen succesvol te bestrijden. Een stabiele basis aan informatie over de levenscyclus van zowel plaagorganismen als natuurlijke vijanden (kwetsbare stadia, abiotische en biotische omstandigheden die de efficiëntie van natuurlijke vijanden positief of negatief beïnvloeden) is van cruciaal belang. Die informatie kan je als teler helpen een doeltreffende plaagbestrijding te garanderen!
Dit werk is gerealiseerd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Interreg France-Wallonie-Vlaanderen, Pro-verbio 1.1.359)