Wilde bestuivers zorgen voor grotere Jonagoldvruchten
- Maxime Eeraerts
-
Universiteit Gent
Washington University
Een goede bestuiving kan de rendabiliteit van de appelkweek sterk verbeteren. Hoewel men het erover eens is dat bloembezoekende insecten daarbij een grote rol spelen, bestaat er nog onduidelijkheid over welke soorten nu juist welke bijdrage leveren. Aan de Universiteit Gent bestudeerden we hun diversiteit en hun relatie met bestuiving van appel.
----------------------------------
Â
Deze inhoud is enkel voor abonnees.
Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.
Â
Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.
Een kwalitatieve opbrengst in de appelteelt is afhankelijk van een efficiënte en intensieve bestuiving. Om die bestuiving te garanderen, zetten fruittelers momenteel meestal honingbijen in. Soms gebruiken telers ook gekweekte aardhommels. Zoals in andere (fruit)gewassen echter al gebleken is, kunnen ook veel wilde bijen en natuurlijk voorkomende insecten belangrijk zijn voor de bestuiving. Om nader te bestuderen welke insecten op Jonagold appels in Vlaanderen werden teruggevonden, namen wij 14 intensieve appelboomgaarden onder de loep in Vlaanderen.
Welke insecten vliegen op de appelbloesem?
Tijdens de hoofdbloei van Jonagold in 2019 vingen we in 14 boomgaarden, gedurende 2 uur per boomgaard, alle insecten die op appelbloesems vlogen. We zagen dat verschillende soorten hommels en solitaire bijen de bloesems bezoeken. In totaal vonden we 20 verschillende bijensoorten (Tabel 1). De exacte soortensamenstelling was wel duidelijk verschillend van boomgaard tot boomgaard. Zo varieerde het aantal soorten per boomgaard van 1 tot 8 (gemiddeld 5,4) en vonden we een variatie van totaal aantal wilde bijen van 2 tot 30 (gemiddeld 10,3). Honingbijen kwamen overal talrijk voor, al varieerde hun aantal ook sterk, van 16 tot 64 per boomgaard.
Welke insecten beïnvloeden de bestuiving?
We bestudeerden in 2019 ook de vruchtzetting, zaadzetting en vruchtkwaliteit van de appels van 60 bloemclusters (1 cluster per boom), in de 14 boomgaarden. Bloemclusters op éénjarig hout werden vermeden en clusters op bomen naast de bestuiverboom werden niet gekozen. Wegens vorstschade in 2 van de 14 boomgaarden werd de data van die twee boomgaarden niet meegenomen in de analyse.
Twee weken voor de oogst telden we het aantal appels per bloemcluster om de vruchtzetting te bepalen. Uit de data-analyse bleek dat zowel het aantal wilde bijen als het aantal honingbijen geen invloed had op de vruchtzetting. De zaadzetting van Jonagold appels was echter duidelijk gekoppeld aan het aantal wilde bijen per boomgaard (Figuur 1A). Ondanks het feit dat 75% van alle bloemenbezoekers honingbijen waren, zagen we daarvan geen significante meerwaarde (Figuur 1B). Daarnaast vonden we ook dat appels met meer zaden vaak grotere en zwaardere appels zijn. Onze resultaten tonen dat het aantal wilde bijen in boomgaarden een positief effect heeft op het aantal zaden per appel. Dat vertaalt zich in gemiddeld grotere appels. Aangezien er geen enkele boomgaard was waar er geen of weinig honingbijen geobserveerd zijn, lijkt het plausibel dat we al op het plateau zitten (dus van 30 naar 60 honingbijen per 2 uur heeft geen extra meerwaarde qua zaadzetting).
Samengevat
- Een noemenswaardige diversiteit aan wilde bijen
foerageert op appelbloesems van Jonagold. - Ons onderzoek maakt duidelijk dat wilde bijen
een beduidende meerwaarde bieden voor de bestuiving
van Jonagold appels.
De resultaten liggen in lijn met de studies in zoete kers in Vlaanderen waarbij we vonden dat wilde bijen en wilde bestuivende insecten de vruchtzetting positief beïnvloeden (zie Fruit 3 (2019) en Fruit 4 (2019)).
Bron: Pisman, M., Eeraerts, M., Ariza, D., Smagghe, G., Meeus, I., 2022. Increased compositional heterogeneity of mass-flowering orchard crops does not promote wild bee abundance in orchards. Agricultural and Forest Entomology 42:8-17. doi.org/10.1111/afe.12464