Deze inhoud is enkel voor abonnees. Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen. Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

Bio-bestrijding met bloeiende planten

We zetten al lang natuurlijke vijanden zoals roofmijten, sluipwespen en roofwantsen in bij aardbeien onder glas en folietunnels. Toch blijkt die vorm van biobestrijding in beperkte mate succesvol bij klassieke vollegrondsteelten. Is het inzetten van bloeiende planten het kantelpunt in de biologische bestrijding van schadelijken op aardbeiplanten?

----------------------------------

 

Deze inhoud is enkel voor abonnees.

Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.

 

Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.

 

O.w.v. de minder gunstige klimaatomstandigheden ontwikkelen ‘kunstmatig opgekweekte’ predatoren zich moeilijk. Het duurt vaak te lang voordat ze voldoende aantallen bereiken om populaties schadelijke insecten efficiënt te bestrijden.

Het is ook een relatief dure aangelegenheid voor openluchtteelten, die meestal een lagere return hebben dan teelten onder glas. Daardoor was die vorm van bio-bestrijding voorlopig nog niet enorm populair bij telers.

Het enige dat jou te doen staat om jouw aardbeiteelt te beschermen? De predatoren lokken en hen helpen ontwikkelen.

Natuurlijke predatoren lokken

Er is permanent een potentieel aan natuurlijke vijanden aanwezig. Die inheemse predatoren zijn aangepast aan het lokale klimaat. Heel wat predatoren zitten al in de directe omgeving en hebben, net zoals de schadelijke insecten, makkelijk toegang tot openluchtvelden en stellingteelten. Die natuurlijke vijanden voor jouw kar spannen, kost je als teler in principe niets!

Welke bloeiende planten kiezen

Op roofmijten na, zijn de meeste predatoren erg mobiel zodat ze zich ook makkelijk naar dichtbijgelegen velden bewegen. Een scala aan bloeiende planten in de nabijheid van het aardbeiperceel dient als voedselbron voor heel wat insecten. Daartussen vind je ook natuurlijke vijanden zoals gaasvliegen, sluipwespen, lieveheersbeestje, roofmijten en roofwantsen.

Doorgaans zijn kleine bloemen uit de familie van schermbloemigen (duizendblad, wortelgewassen, venkel …) zeer aantrekkelijk voor Orius-soorten. Duizendblad, Hyssop, korenbloem, goudsbloemen en slangenkruid trekken ook zweefvliegen, gaasvliegen, sluipwespen en lieveheersbeestjes aan.

In de handel zijn een aantal één- en meerjarige bloemenmengsels verkrijgbaar die geschikt zijn om bestuivers en predatoren aan te trekken (bv. Jorion Philips IPM mengsel). Belangrijk is dat daar al vroegbloeiende soorten tussen zitten die in het voorjaar stuifmeel hebben. Zomer- of najaarszaailingen kunnen ook voor een vroegere bloei zorgen.

Tip: Door de bloemen vroeg in het seizoen voorzichtig te maaien, stimuleer je ook de herbloei! Daardoor krijg je nieuwe bloemknoppen en verleng je de aantrekking van nuttigen.

Bloemen aan de rand of in het aardbeiperceel

pcfruit onderzoekt sinds 2019 de effecten van diverse bloemensoorten en -mengsels op de biologische bestrijding. Wat zijn de gevolgen in de teelt van doordragers? Welke manier van inzaaien geeft het beste resultaat in een aardbeiveld onder regenkap?

We zaaiden een bloemenstrook in aan de rand van een perceel. Aan de andere kant van dat perceel, zaaiden we bloemstroken in de aardbeirijen zelf in. Dat principe noemen we ‘interplanting’ (Foto 1). Het bloemenmengsel bevatte zaden van 15 verschillende bloemensoorten, o.a.: duizendblad, zilverschildzaad, anijs, gele kamille, basilicum …

In de eerste week van juni, juli en augustus 2021 maaiden we telkens een deel van de bloemenstrook, zowel in de bloemenrand als de interplanting tussen de aardbeien. Daarmee wilden we de aanwezige nuttigen aansporen om hun prooi te zoeken in de aardbeiplanten. Kort na de maaibeurt van de bloemenrand migreerden roofwantsen van de bloemenstrook naar de aardbeibloemen (Foto 2). Daarna stelden we duidelijk minder tripsschade
op de aardbeiplanten vast.

 

Minder schade

We beoordeelden de aardbeien op tripsschade (Foto 3). Daarbij noteerden we het percentage bruinverkleuring. We hielden 20% als schadedrempel aan. De aardbeien in het ‘interplanting bloemenveld hadden 30% minder tripsschade dan de aardbeien afkomstig van het perceel met de bloemenrand.

De schadedrempel werd in het perceel met interplanting slechts één week overschreden. In het perceel naast de bloemenrand was dat drie weken. De tripspopulatie kwam trager op gang en werd meer onderdrukt door de natuurlijke aanwezigheid van roofwantsen en roofmijten in de directe nabijheid van de doordragers.

Tegen Drosophila suzukii kunnen we voorlopig enkel chemisch behandelen, omdat er voor die schadelijke nog geen natuurlijke vijanden bekend zijn.

Een andere sterk toenemende plaag is die van de wantsen (Lygus rugulipennis). Die wants veroorzaakt ernstige vruchtmisvorming (Foto 4). pcfruit stelde eerder al vast dat die wantsen zich vooral aangetrokken voelen tot Grootkaasjeskruid en onkruidsoorten in de nabijheid (bv. Melganzenvoet en Varkensgras).

 

Besluit

Het interplantingsysteem gaf een duidelijk betere bijdrage aan de natuurlijke bestrijding van trips dan de klassieke bloemenrand. Let wel op: bij interplantingprincipe stonden de planten en bloemen onder regenkappen. Ze ontvingen ook fertigatie mee met de aardbeien. Dat verklaart de snellere groei en langere bloeitijd. De bloemenrand kwam wel vroeger tot bloei, maar was ook eerder in de zomer uitgebloeid. Combineren van de twee systemen is dus een absolute aanrader!

Deel dit bericht

Meest recente artikels

Â