12e internationaal symposium ‘Orchard Systems’ – Virtueel veldbezoek
- Jef Vercammen
-
pcfruit vzw
Van 26 t.e.m. 30 juli 2021 vond het 12e internationaal symposium voor plantsystemen, onderstammen en omgevingsfysiologie plaats. Gezien de pandemie werd het symposium dit jaar online georganiseerd. In Fruit 17 werden de trends in plant- en opkweeksystemen besproken. Deel 2 verscheen in Fruit 18 en besteedde aandacht aan onderstammen en omgevingsfysiologie. In dit gedeelte tenslotte staan we stil bij de ‘Virtual Field Day’.
----------------------------------
Deze inhoud is enkel voor abonnees.
Je kan dit artikel lezen door hier in te loggen.
Heb je nog geen account en wil je je graag abonneren op Fruit? Ontdek hier de mogelijkheden.
Tijdens de ‘Virtual Field Day’ of, in simpel Nederlands, het virtueel veldbezoek werden verschillende bedrijven bezocht, waarbij o.a. verschillende plantsystemen werden getoond.
Cosmic Crisp is wereldwijd het snelst groeiende ras en zal in de volgende jaren in de top 5 terechtkomen!
Appelteelt
Ines Hanrahan, directeur van de Washington Research Commission, gaf toelichting bij de appelteelt in Washington State. In totaal staan er 71.000 ha appelen, die gemiddeld 2 miljoen ton appelen produceren met een waarde van 2 biljoen dollar.
Red Delicious en Gala maken samen 50% uit van het appelassortiment. Granny Smith, Honeycrisp en Fuji hebben samen een aandeel van 30% (gelijk verdeeld). Dan volgen Pink Lady en Golden (samen 10%).
Clubrassen nemen toe. Cosmic Crisp zal de volgende jaren in de top 5 komen. Het is wereldwijd het snelst groeiend ras. Ieder jaar worden miljoenen bomen geplant. Cosmic Crisp kan het jaar rond bewaard worden met behoud van de kwaliteit. Wat onderstammen betreft, gaat de voorkeur uit naar onderstammen in de M9-range. Maar ook zwakker groeiende onderstammen als B9 en Mark worden gebruikt. Er is een toenemende interesse voor de Geneva-onderstammen o.w.v. hun tolerantie voor herinplantziekte, bloedluis en bacterievuur.
Suzanne Bishop, Research and development manager, gaf meer uitleg bij een perceel Honeycrisp. De bomen werden in 2006 geplant in een V-haag met twee koppen waarbij de takken horizontaal werden gebonden aan 7 draden (Foto 1). Ook in een nieuwe aanplant is een V-haag (met twee koppen) nog steeds het standaard systeem. De hoek van de V is wel smaller. Om meer licht onderaan in de boom te hebben, worden ofwel de boomhoogte verlaagd, ofwel de rijafstand iets ruimer genomen. Welke Geneva-onderstam gebruikt wordt, hangt af van de bodem. Honeycrisp is zeer gevoelig voor zonnebrand. Daarom worden niet alleen (witte) hagelnetten geplaatst, maar wordt ook water verneveld. Standaard overkroonberegening verbruikt te veel water. Er komt te veel water in de bodem, waardoor de bomen te sterk gaan groeien en de vruchten dikker dan gewenst worden.
Dave Gleason, teler bij Domex Superfresh Growers, zegt dat het belangrijk is dat bij de aanleg van een nieuwe aanplanting reeds rekening gehouden wordt met automatisatie, zoals plukken met een robot. Hij geeft de voorkeur aan smalle bomen in een 2D-systeem met twee koppen. De keuze van de onderstam hangt af van het ras en de bodem. Momenteel heeft hij vijf Geneva-onderstammen (G.11, G.41, G.210, G.890 en G.969), M9 (RN29 en T337) en B9 en B10 in test. Ook daar staat de aanplanting onder witte netten (tegen zonnebrand en hagel).
Mike Van Pelt, eveneens teler bij Domex Superfresh Growers, gaf toelichting bij een aanplanting van Cosmic Crisp op G.890. De bomen zijn opgekweekt als Bi-axe. Het is belangrijk dat het volume zo snel mogelijk gevuld wordt, maar er moeten ook vensters blijven zodat er voldoende licht in de bomen komt. In de aanplanting zijn drie systemen aanwezig om water te geven, nl. druppelirrigatie (met fertigatie), sprinklers en een vernevelsysteem boven de bomen. Die laatste wordt gebruikt om de vruchten te beschermen tegen zonnebrand. Verder zijn er netten aanwezig en wordt er een drietal keer gespoten met calciumcarbonaat.
Dale Goldy, teler in Columbia basin, gaf toelichting bij een intensieve aanplanting van Sweetango op G935 (Foto 2). Bij Sweetango is het belangrijk dat niet teveel stikstof wordt gegeven. Er wordt gestart met een boom die twee jaar in de boomkwekerij heeft gestaan. Die bomen worden het eerste jaar niet ingeknipt. In het tweede jaar wordt gekerfd om zijhout te krijgen. Op die manier krijgt men een hoge boom met kort zijhout. Na het planten, wordt het zijhout horizontaal gebonden aan (veel) draden. Het is wel belangrijk dat er lichtvensters zijn tussen het zijhout. Op die manier krijgt men een 2D-systeem met veel licht. Voor de bomen die in 2020 geplant werden, wordt in 2021 een productie van ± 35 ton/ha verwacht.
Perenteelt in Washington State en Oregon
Bob Gix, voorzitter van de Research Commission for pear, gaf meer uitleg bij de perenteelt in Washington State en Oregon. Die twee staten hebben 2/3 van de perenproductie in de USA. De totale productie in de USA schommelt rond de 500.000 ton. Het perenareaal in beide staten bedraagt ongeveer 12.000 ha en de gemiddelde productie ligt rond de 35 ton/ha. Er zijn een 800-tal perentelers, maar dat aantal neemt ieder jaar af. De bedrijven worden groter. De belangrijkste rassen zijn Anjou, Bartlett en Bosc. Die worden samen gezet voor een goede onderlinge bestuiving. Volgens Bob Gix hebben zij de beste peren in de wereld, omdat de dagen warm en de nachten koud zijn en omdat de grond zeer goed geschikt is voor perenteelt. Als sterkte van de perenteelt ziet hij de ‘Eating experience’. Het is dan ook zeer belangrijk dat een product aangeboden wordt dat op smaak is of komt, zodat de consument telkens opnieuw peren koopt.
Rudy Prey, Rudy Prey Orchard. Op dit bedrijf staan conventionele en biologische perenpercelen naast elkaar, enkel gescheiden door een (smalle) wendakker/weg. De oude aanplanten zijn zeer ruim geplant.
Rudy Prey geeft toelichting bij de nieuwe(re) aanplantingen. Er wordt een V-systeem gemaakt, waarbij afwisselend één boom links en één boom rechts getrokken wordt (Foto 3). De bomen komen in het midden van de rij bijna tegen elkaar. Dat gebeurt met koorden die dikwijls in de rij ernaast vastgemaakt worden. Er wordt een 12-jarige aanplanting getoond van Bartlett met Concorde als bestuiver. Die oost-west geplant is i.p.v. noord-zuid.
In vergelijking met de traditionele aanplantingen zijn de bomen minder hoog. In de aanplantingen wordt zomersnoei toegepast om meer licht in de bomen te krijgen. De nieuwe scheuten worden uitgescheurd i.p.v. weggeknipt. Zo worden de slapende ogen aan de basis ook mee verwijderd en krijgt men geen hergroei (de scheuten moeten in winter toch weggenomen worden). In de winter wordt streng gesnoeid om voldoende groei te bekomen.
In het voorjaar wordt gewerkt met druppelirrigatie (met fertigatie) en vanaf de junirui wordt overgeschakeld op overkroonberegening (o.a. voor koeling en tegen plagen zoals perenbladvlo). In het voorjaar wordt een algemene stikstofbemesting uitgevoerd. De zwakgroeiende bomen krijgen nadien nog extra stikstof, die met de hand gestrooid wordt. Via de fertigatie wordt ook gips meegegeven.
Ray Schmitten, medevoorzitter van de Research Commission on pear en teler, geeft toelichting bij een nieuwe(re) aanplant. De nieuwe aanplantingen staan meestal op OHxF 69, 87 en 333. OHxF 87 is een zwakkere onderstam, maar in latere jaren komt Pear decline voor. Kweeonderstammen komen niet in aanmerking omdat de winters te koud zijn. Anjou is gevoelig voor hitte, waardoor de kwaliteit niet goed is. Om dat te voorkomen en voor de bestrijding van perenbladvlo ( = grote plaag, zeker in bio) gebruikt men overkroonberegening. In het voorjaar wordt druppelirrigatie toegepast. Algemeen zijn de nieuwe aanplanten lager, waardoor ze hogere producties halen (dankzij meer licht in de boom) en de bestrijding van plagen beter is.
Het aantal perentelers in Washington State en Oregon neemt jaarlijks af, maar de bedrijven worden groter.
Zoete kersenteelt
Ines Hanrahan, directeur van de Washington Research Commission, gaf toelichting bij de teelt van zoete kersen in Washington State. Er staan 17.000 ha zoete kersen met een waarde van 1 biljoen dollar. Washington State is de belangrijkste staat voor wat betreft de teelt van
zoete kersen. Het seizoen loopt van de laatste week van mei tot september (door hoogteverschillen). De belangrijkste rassen zijn Bing, Chelan (vroeg), Lapins, Skeena en Sweetheart. De kersen moeten donker en zoet zijn. De standaard onderstam is Mazzard, soms wordt ook Mahaleb gebruikt. Bij intensieve(re) aanplantingen worden dikwijls Gisela 6 en de Krymsk-onderstammen gebruikt.
Kyle Mathison, bedrijfsleider, dit bedrijf heeft 80% kers, 15% appel en 5% peer. De plantages liggen op verschillende hoogtes (200 tot 500 m hoogte). Omdat de prijzen van Sweetheart te laag waren (50 dollarcent), werden de bomen omgeënt met Black Pearl (vroeg ras). Er werd omgeschakeld van een multipleleader met vier leaders naar twee leaders.
In de jonge aanplantingen staan drie keer meer bomen/ha dan in oude aanplanten nl. 1.200 tot 1.440 bomen/ha. In de lagergelegen aanplantingen worden Krymsk 5 en Gisela 12 gebruikt als onderstam. Omdat de Krymsk-onderstammen gevoeliger zijn voor wintervorst worden de bomen in de hoger gelegen percelen aangeplant op Mazzard.
Bij het planten zijn de bomen (Bi-axe op Mazzard) ± 1m80 hoog. Na drie jaar moet het beschikbare volume bijna gevuld zijn. Er wordt uitgebogen. ’s Morgens moet licht in de boom vallen, tijdens de dag is meer beschaduwing nodig. Daarom worden de bomen noord-zuid geplant en worden ze in een V-systeem met twee leaders opgeplant. In het vierde groeijaar wordt gerekend op een productie van ± 17 ton/ha. Vanaf het vijfde jaar is het doel 24 ton/ha. Gemiddeld wordt op het bedrijf bij volwassen bomen een productie gehaald van 19 à 24 ton/ha. Volgens Kyle Mathison zijn Sentennial en Staccato de beste rassen. Sweetheart daarentegen blijft te klein en wordt vervangen.